Verzetsdaden

Op deze pagina wordt in het kort wat gezegd over de mensen die in de Tweede Wereldoorlog actief bij het verzet betrokken waren. Enkele verzetsstrijders worden bij een ander onderwerp behandeld. Een belangrijke gebeurtenis voor Koudum werd de overval op het distributiekantoor in Workum begin augustus 1944. Daarbij waren onder andere Tjalke van der Wal en Gerben IJpma betrokken, naar wie straten genoemd zijn in Koudum. Drukker Johannes Hoekstra maakte in Koudum de eerste gedrukte uitgave van de verzetskrant Vrij Nederland. Een apart hoofdstuk is ook gewijd aan onderduikers en evacués.

 

Theunis de Vries

De Koudumer aannemer Theunis de Vries (1903-1985) was regionaal contactpersoon van de L.O., de Landelijke Organisatie voor hulp aan Onderduikers. De familie De Vries nam zelf het Joodse meisje Rosa Landau in huis. De Vries kreeg een vervalst persoonsbewijs, uitgegeven door de stad Workum op 26 juni 1944, op naam van Jan Smid, vertegenwoordiger in bouwmaterialen en op die naam ook een vervalste vrijstelling voor de tewerkstelling in Duitsland.

Theunis de Vries was vanaf eind 1940 al actief bij het verspreiden van de illegale krant Vrij Nederland en later van Trouw. Ook hielp hij onderduikers, waaronder Joden, aan adressen en zorgde voor bonkaarten. Hoewel hij er aanvankelijk huiverig voor was om zich als verzetsmensen te organiseren, sloot hij zich aan bij de L.O. voor wie hij contactpersoon werd. Bij het gezin van De Vries zelf was het Joodse meisje Rosa ondergedoken. Ter herinneringen daaraan liet de Joodse organisatie Le-Ezrath ha-Jeled in Israël een boom planten voor de familie De Vries.

Met gemeenteambtenaar Lolke Dokkum bracht De Vries de piloot van de op 9 april 1944 neergestorte Amerikaanse jager onder bij zuster Scheringa. Het was een heel karwei om de piloot weg te krijgen. Na de overval op het distributiekantoor van Workum moest De Vries evenals anderen onderduiken. Van 16 tot 21 oktober 1944 zat hij als Jan Smid in de strafgevangenis van Leeuwarden. Hij was als onderduiker opgepakt in Berlikum, maar omdat hij een vals persoonsbewijs had, werd hij niet herkend. Doordat men naar zijn stamboom ging vragen, kwam De Vries toch een kleine week vast te zitten[1].

 

Wiebe Munniksma

Wiebe Munniksma kwam bij het verzet nadat zijn zwager, politieman en verzetsleider Haitze Wiersma uit Boskoop, veel onderduikers naar Koudum stuurde. Munniksma haalde ze van het station, zocht onderduikadressen en regelde voedselbonnen. Hij werkte veel samen met Theunis de Vries. Na de tweede bonkaartenroof te Workum op 3 augustus 1944 fungeerden zij als contactpersonen voor de afhalers van de buit die bestemd was voor Utrecht. Net als De Vries moest ook Wiebe Munniksma onderduiken.

Hij deed dat net voor de razzia in Koudum op 16 augustus 1944. Op zijn onderduikadres bij een boer op Skûlenburg bij Hindeloopen hoorde hij een paar weken later dat zijn dochter Trinie was geboren. Wiebe Munniksma had een vervalst persoonsbewijs op naam van Jelle Keegstra, uitgegeven door de gemeente Lemsterland 14 mei 1944, en een verklaring in twee talen van de burgemeester van deze gemeente, 'dat de werkzaamheden van Jelle Keegstra het gebruik van een fiets absoluut noodzakelijk maken.' 

Het persoonsbewijs van zijn vrouw Jiskje Wiersma was ook vals, op naam Jiskje de Jong, uitgegeven Lemsterland 15 aug. 1944.

Na de oorlog sprak Munniksma nauwelijks over zijn verzetswerk, ook niet met vertegenwoordigers van de vereniging Friesland 1940-1945, onder meer omdat hij het niet eens was met de behandeling van mensen die tijdens de oorlog zogenaamd 'verkeerd' waren.[2]

Trijntje Scheringa

Trijntje Scheringa (1901-1983), beter bekend als ‘zuster Scheringa’, was van 1929 tot 1946 wijkverpleegster bij het Groene Kruis Koudum-Hindeloopen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was ze actief bij het verzet in Koudum. Ze had twee Joodse onderduikers in haar witte huis op de hoek van de Zwarteweg en de Stationsweg. Daarnaast ondersteunde ze het werk van de ondergrondse. Na de bonkaartenroof op 3 augustus 1944 in Workum werden de bonnen verstopt in haar huis. Door verraad leidde dat uiteindelijk tot de razzia in Koudum op 16 augustus 1944.

Zuster Scheringa is toen ook opgepakt. Anne Osinga zorgde ervoor dat Cis van Rijn, een van de twee onderduikers bij de zuster, veilig naar Warns kon ontkomen[3]. Zuster Scheringa is door de Duitsers stevig aan de tand gevoeld en ze heeft gevangen gezeten in een concentratiekamp op het Duitse Waddeneiland Borkum. Na de bevrijding is zij in Koudum teruggekeerd. Van het Groene Kruis kreeg ze toen een Hindeloper wandkastje aangeboden met op de achterkant: ‘Welkom met Uw behouden Thuiskomst. Hindeloopen 14 juni 1945’.

In 1946 werd ze directrice van het ziekenhuis in Woerden en later hoofdverpleegkundige in het Academisch Ziekenhuis te Groningen. Zij trouwde rond 1955 en ging met haar man in Amsterdam wonen. Daar is ze in januari 1983 als gevolg van een misdrijf om het leven gekomen.[4]

 

Anne Osinga

Anne Osinga (1909 – 1999) was manufacturier in Koudum. Vanaf eind 1942 hielp hij bij het onderbrengen van onderduikers en zorgde voor persoonsbewijzen en bonkaarten voor kleding en eten. Via de onderduikers kwam Osinga in contact met dominee Van Dijk en zo kwam Osinga bij de Landelijke Organisatie tot Hulp aan Onderduikers. Het huis van Osinga werd een centraal punt van de ondergrondse, waar veel verzetsmensen over de vloer kwamen.[5]

Osinga bood vanaf mei 1944 onderdak aan onderduiker Ewinus Setinus Steenhuisen. Winus Steenhuisen, zoon van de burgemeester van Burgum, begon zijn werk voor de L.O. in Drachten. Toen hij een oproep kreeg om zich te melden voor de Arbeidseinsatz is hij overgeplaatst naar Koudum. Daar zette hij als onderduiker zijn illegale werk voort onder de schuilnaam Theo van der Meulen. In Koudum verloofde hij zich met Hotske de Jager, de dochter van gemeentesecretaris Pieter de Jager. Hotske deed ook wel verzetswerk. Winus en Hotske trouwden in Koudum in augustus 1946 en gingen in Leeuwarden wonen.[6]

 

Arie Jan van Dijk

Arie Jan van Dijk (1903 - 1989) was gereformeerd predikant te Koudum van 1932-1948. Via de Anti Revolutionaire Partij raakte de dominee bij het verzet in Koudum betrokken. Hij was met Theunis de Vries, Anne Osinga en Wiebe Munniksma actief bij de hulp aan onderduikers en haalde onderduikers naar Koudum via zijn contacten in het westen.

Van Dijk zorgde in 1943 voor een betere organisatie van de hulp aan onderduikers in Koudum. In januari 1945 is hij door de Duitsers opgepakt, samen met Pieter de Jager, Jan Muizelaar, Hinne de Jong, en Lolke Dokkum. Na vijf dagen zijn de Koudumers door het verzet bevrijd uit het politiebureau van Sneek, waarna ze moesten onderduiken. In 1948 werd hij predikant in Coevorden en later nog in Sloten.[7]

 

Lolke Dokkum

De rol van Lolke Dokkum (1907-1974) in het verzet in Koudum moet niet onderschat worden. Hij was eerste ambtenaar op het gemeentehuis. ‘Rayonhoofd falsificaties’ staat op zijn legitimatie van de L.O., Landelijke Organisatie voor hulp aan Onderduikers. Hij was verantwoordelijk voor de afgifte van vervalste persoonsbewijzen voor zeven gemeenten in de Zuidwesthoek. Verder was hij betrokken bij de verspreiding van illegale bladen (Trouw) en hulp aan onderduikers.

Hij verleende hulp aan de Amerikaanse piloot Rexford Dettre, die op paaszondag 1944 aan zijn parachute neerkwam in de Heanmar. Met vier anderen (zie hierboven) werd Dokkum op 10 februari 1945 door de Duitsers opgepakt, waarna de Duitsers zijn huis leegroofden. De Koudumers werden na vijf dagen bevrijd door de ondergrondse en moesten onderduiken. Lolke Dokkum had de pech dat hij onder de valse naam Buwalda opnieuw werd gearresteerd. Hij werd als dwangarbeider afgevoerd naar een werkkamp in Duitsland. Op zondag 18 april 1945 kwam Lolke Dokkum heelhuids terug in Koudum. Over zijn arrestatie en wat de Duitsers allemaal uit zijn huis roofden maakte hij een uitgebreid verslag.[8]

 

Jacob Gerrit (Jaap) Niemans

Marinier Jaap Niemans (1922-1987) dook in Koudum onder bij de familie van drukker Joh. Hoekstra. Hij werd lid van de in de zomer van 1944 opgerichte knokploeg en deed mee aan de tweede roof van bonkaarten in Workum, op 3 augustus 1944, waarna hij elders moest onderduiken. Hij was in eind 1944/begin 1945 waarschijnlijk nog in Koudum, maar waar hij toen verbleef is niet bekend, waar hij betrokken was bij het uit de weg ruimen van een verrader. Hij beschikte over een wapen.

Jaap deed als voetballer bij Oeverzwaluwen in 1944 mee aan een toernooi in Balk en is zelfs op een elftalfoto vereeuwigd. In april 1945 was hij als militair in Heerenveen. Niemans pakte na de oorlog zijn beroep van marinier weer op en in 1975 zwaaide hij af in de rang van kapitein.[9]

 

Jan en Wim Tuchscherer

Jan (Johan Baptist Hubert) en Wim (Willem Adriaan) Tuchscherer, zijn als tweeling geboren in Rotterdam op 9 januari 1923. In de oorlog doken ze allebei onder in Friesland, eerst in Hindeloopen. Later verkasten ze naar Koudum, Jan bij de familie Hoekstra, Wim bij de familie van Roel Venema in hun boerderij aan de Nieuweweg. Van Jan is bekend dat hij in Koudum deel uitmaakte van de knokploeg van het verzet. Hij bestuurde op 3 augustus 1944 de auto van de knokploeg die de Tweede Bonkaartenroof pleegde in Workum. Wim verbleef in Koudum onder de schuilnaam Wiebe Attema, boerenknecht.

Wim en Jan Tuchscherer bij hun onderduikadres in Hindeloopen

Wim Tuchscherer is door verraad op 4 februari 1945 in Koudum opgepakt en is op 8 april 1945 omgekomen in Wilhelmshaven in Duitsland. Hij ligt begraven op het Nederlands ereveld te Osnabrück nr. A 29.  Jan Tuchscherer heeft de oorlog overleefd. Na zijn verblijf in Koudum keerde hij terug in Hindeloopen en hij trouwde met Lies Walda. Na 1950 zijn ze geëmigreerd naar de Canada, waar hij in 1988 overleed.[10]

 

Haitze Wiersma

De in 1911 in Oosthem geboren Haitze Wiersma werd in 1937 politieman in Boskoop. In 1943 was hij daar actief onder de schuilnaam De Bruin, als coördinator van regionale verzetsgroepen. Hij betrok zijn Koudumer zwager Wiebe Munniksma bij de ondergrondse activiteiten door onderduikers naar Koudum te sturen. Begin 1944 nam hij de leiding op zich van het district Sneek, onder de schuilnaam Wietze. Hij richtte in diverse plaatsen knokploegen op, waaronder ook in Koudum.

Wiersma heeft veel onderduikers kunnen helpen, vooral Joden, onder wie de gebroeders Jaap en Max van Praag. In zijn Koudumer jaren deed hij onder andere mee aan de bonkaartenroof te Workum en de bevrijding op 11 februari van twintig gevangenen uit het politiebureau van Sneek, onder wie vijf Koudumers.[11]

 

Eisje Speerstra

Gemeenteambtenaar Eisje Speerstra (1906-1976) was bij het verzet in Koudum betrokken, al weten we daar niet veel van. Na de oorlog was ze lid van de Vereniging Friesland '40-'45, een organisatie van oud-verzetslieden. In ieder geval moet Eisje door haar werk op het gemeentehuis betrokken zijn geweest bij illegale activiteiten. Diverse mensen op het gemeentehuis speelden een rol in het verzet. Gemeenteambtenaren vervalsten persoonsbewijzen en drukten bonkaarten achterover ten behoeve van verzet en onderduikers. Waarschijnlijk was Eisje daarbij betrokken als vertrouweling van Hinne de Jong, chef van de afdeling distributie.

Op 25 april 1945 schreef ze - 29 jaar oud - een brief aan haar zuster Sannie. Die brief ging over haar belevenissen rond de bevrijding van Koudum op 17 april 1945. Een kopie die ze zelf op de typmachine maakte, is bewaard gebleven (zie de webpagina ‘De bevrijding van Koudum’.[12]

 

Gerben Oppewal

Gerben Oppewal (1919-1998) deed de kweekschool, maar vond na het behalen van zijn diploma in 1938 geen werk als onderwijzer. Daarom trad hij vrijwillig in dienst en hij kwam tijdens de mobilisatie bij de marechaussee in Franeker terecht. Tijdens de Duitse bezetting sloot hij zich aan bij het verzet.  Daardoor werd de positie van Oppewal binnen de marechaussee onhoudbaar en hij moest in de zomer van 1944 onderduiken. Zo kwam hij onder zijn schuilnaam Gerard in Koudum terecht, bij Tjalke van der Wal, waar hij zijn verzetswerk voortzette.

Hij richtte in Koudum een knokploeg op en bedacht het plan om het distributiekantoor van Workum te beroven van bonkaarten. Dat gebeurde op 3 augustus 1944. Oppewal was ook betrokken bij wapendroppings en bij verschillende overvallen om gevangenen te bevrijden, zoals op het Huis van Bewaring in Leeuwarden op 8 december 1945. Hij was de leider van de knokploeg die de vijf Koudumers op uit het politiebureau in Sneek bevrijdde en was betrokken bij enkele liquidaties.[13]

In 1946 trouwde Oppewal met Maria Joustra, met wie hij in 1940 al verloofd was. Ze deed in de Tweede Wereldoorlog koerierswerk. Na de oorlog werd Oppewal alsnog onderwijzer en hij was van 1967 tot 1979 hoofd van de Johannes Postschool in Sneek.

 

Karel van der Veen

Schipper Karel van der Veen (1904-1974) voer op het skûtsje 'Lyckeltje'. Dat lag in de oorlog ook wel tussen Koudum en It Heidenskip in de Swarte Wâlde om onderduikers te herbergen. Van der Veen heeft tegen het eind van de oorlog met zijn skûtsje de betonning van de vaarroute naar Heeg in de Fluessen versleept naar It Sân, waar de Duitse schepen vastliepen op de ondiepte. Dat deed hij in opdracht van de Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten. Dit laatste verhaal maakt deel uit van de bevrijdingsconcerten van de Johan Willem Friso Kapel in 2025.

 

Op de pagina Verzetsmensen staat meer informatie over de mensen die in Koudum in het verzet actief zijn geweest. Een aantal van hen heeft na de oorlog verslag gedaan. Deze verslagen zijn op de pagina's van de betreffende personen te lezen of binnen te halen als pdf-bestand.

 

[1]Zie ook https://historisch.koudum.nl/index.php/koudum-in-de-tweede-wereldoorlog/verzetsmensen/theunis-de-vries-aannemer-en-verzetsman, https://historisch.koudum.nl/index.php/koudum-in-de-tweede-wereldoorlog/verzetsmensen/verzetsmensen-aan-het-woord en https://historisch.koudum.nl/index.php/koudum-in-de-tweede-wereldoorlog/3-aug-1944-2e-bonkaartenroof-te-workum.

[2] Zie ook https://historisch.koudum.nl/index.php/koudum-in-de-tweede-wereldoorlog/verzetsmensen/wiebe-munniksma-ondernemer-en-verzetsman.

[3] Bij haar vertrek uit Warns terug naar Amsterdam maakte Cis van Rhijn een gedichtje over haar onderduikperiode in Koudum en Warns: https://historisch.koudum.nl/index.php/koudum-in-de-tweede-wereldoorlog/onderduikers-en-evacues/cis-van-rhijn-alias-lies.

[4] Zie ook https://historisch.koudum.nl/index.php/koudum-in-de-tweede-wereldoorlog/verzetsmensen/trijntje-scheringa-wijkzuster-en-verzetsvrouw en https://www.gaasterlandinwo2.nl/het-jaar-1944-2/ (3 augustus 1944).

[5] Zie ook https://historisch.koudum.nl/index.php/familiealbums/familiealbums-m-o-tegels/anne-en-sietske-osinga-dijkstra en https://historisch.koudum.nl/index.php/koudum-in-de-tweede-wereldoorlog/verzetsmensen/verzetsmensen-aan-het-woord.

[6] Zie ook https://historisch.koudum.nl/index.php/koudum-in-de-tweede-wereldoorlog/verzetsmensen/winus-steenhuisen-verzetsman.

[7] Zie https://historisch.koudum.nl/index.php/kerkelijk-leven-tegel/predikanten/predikanten-gereformeerde-kerk/dominee-arie-jan-van-dijk.

[8] Zie ook https://historisch.koudum.nl/index.php/koudum-in-de-tweede-wereldoorlog/verzetsmensen/lolke-dokkum-1907-1974-ambtenaar-en-verzetsman.

[9] Zie ook https://historisch.koudum.nl/index.php/koudum-in-de-tweede-wereldoorlog/verzetsmensen/jaap-niemans-onderduiker-verzetsman.

[10] https://historisch.koudum.nl/index.php/familiealbums/familiealbums-s-u-tegels/jan-en-wim-tuchscherer.

[11] https://historisch.koudum.nl/index.php/koudum-in-de-tweede-wereldoorlog/verzetsmensen/haitze-wiersma-verzetsleider-boskoop-en-rayon-sneek.

[12] Zie https://historisch.koudum.nl/index.php/koudum-in-de-tweede-wereldoorlog/verzetsmensen/de-brief-van-eisje-speerstra-25-april-1945.

[13] Zie https://historisch.koudum.nl/index.php/koudum-in-de-tweede-wereldoorlog/3-aug-1944-2e-bonkaartenroof-te-workum, https://historisch.koudum.nl/index.php/koudum-in-de-tweede-wereldoorlog/16-augustus-1944-moord-tjalke-van-der-wal-gerben-ijpma, https://www.brekt.nl/boeiend-boek-over-het-leven-van-de-mannen-van-de-overval/ en https://beeldbankwo2.nl/nl/beelden/detail/7c53912c-025a-11e7-904b-d89d6717b464/media/4297c5af-9146-770e-4dc8-ed5a8bcc8234.