De brief van Eisje Speerstra, 25 april 1945

Op 25 april 1945 schreef de toen 29 jarige Eisje Speerstra een brief aan haar zuster Sannie, over haar belevenissen rond de bevrijding van Koudum op 17 april 1945. Voor de zekerheid maakte ze een kopie op de typmachine. Koudumer om útens Berend Otten, een tantezegger van moederskant trof de getypte kopie aan in Eisjes nalatenschap en heeft hem in 2021 aan Historisch Koudum gegeven. De tekst geeft een levendig beeld van de aan onzekerheid gekoppelde opwinding van de op handen zijnde bevrijding en uiteindelijk de komst van de Canadese bevrijders in Koudum. Uit de brief spreekt grote opluchting over de bevrijding na vijf jaar te zijn onderdrukt en gemuilkorfd door een vreemde mogendheid. De brief is met een inleiding en enkele annotaties van Jan de Vries gepubliceerd in: Bulte Nijs: Dorpskrant van Koudum, nr. 326 (mei 2022). Een digitale kopie van dat stuk is beschikbaar via de link onderaan deze pagina. Ter aanvulling op de inleiding helderde Berend Otten na publicatie nog de identiteit op van de in de brief genoemde Hil, Barend en Marijke. De eerste is een halfzuster van Eisje, Barend heet voluit Barend IJzendoorn en met Marijke is waarschijnlijk Marijke Otten bedoeld, een zuster van Berend.     

Foto links v.l.n.r.: Hindrikje Smits, Attje Munniksma, Eisje Speerstra en Fopje Hoekema. Rechts Eisje tijdens de Dag van het Vertzet in 1991.

Foto's en verzetsmemorabilia uit de nalatenschap van Eisje Speerstra. Collectie HK, ontvangen van Berend Otten.

Na de oorlog was Eisje lid van de Vereniging Friesland '40-'45, een organisatie van oud-verzetslieden. Het was belangrijk voor haar want zij bezocht de bijeenkomsten en jubilea van deze vereniging. Haar rol als verzetsvrouw is niet geheel duidelijk omdat over verzetswerk weinig gesproken werd en zij er zelfs binnen de familie nooit over heeft verteld. Berend Otten memoreerde dat Eisje in de oorlog samenwoonde met haar moeder en dat het zijn zuster Marijke (1928) opviel dat er regelmatig vreemden over de vloer kwamen. De families Speerstra en Otten woonden naast elkaar aan de Beukenlaan. In ieder geval moet Eisje door haar werk op het gemeentehuis betrokken zijn geweest bij illegale activiteiten. Dat het gemeentehuis een rol speelde in het verzet mag blijken uit de arrestatie van drie leidinggevenden in februari 1945 en uit de verklaring van verzetsman Theunis de Vries kort na de oorlog, dat bepaalde ambtenaren persoonsbewijzen vervalsten en bonkaarten achteroverdrukten ten behoeve van verzet en onderduikers. Waarschijnlijk was Eisje daarbij betrokken als vertrouweling van Hinne de Jong, chef van de afdeling distributie en een van de gearresteerden in febr. 1945.

Eisje overleed in 2010. Ze trouwde niet. Na de oorlog vertrok zij naar Den Haag waar ze op 4 november 1946 een beëdigde functie kreeg als administratief ambtenaar bij Staatsbedrijf PTT. Daar werkte ze tot haar pensioen op 1 febr. 1976.