Een van de verzetsmensen die in Koudum actief zijn geweest en na de oorlog verslag deden aan de documentatie-commissie van de vereniging Friesland 1940-1945 is Winus (Ewinus Setinus) Steenhuisen (4 mei 1919 - 9 jan. 2013). Hij groeide op in Bergum als zoon van F.W. (Frits) Steenhuisen, de in 1943 door de Duitsers afgezette burgemeester van Tietjerksteradeel. Simon Lambertus Steenhuisen, een broer van Winus, kwam in 1941 om het leven in Groningen bij een bombardement door een Engels vliegtuig, dat door een vergissing zijn bommen losten boven de stad. Het koste aan acht mensen het leven ("Pijnlijk vergisbombardement," Leeuwarder courant, 1 okt. 2021).
In het jaar dat zijn vader werd afgezet begon Winus te Drachten zijn activiteiten voor de L.O., de Landelijke Organisatie voor hulp aan Onderduikers. Toen hij een oproep kreeg om zich te melden voor de 'Arbeidseinsatz', om in Duitsland te werk te worden gesteld is hij in overleg met de provinciale leiding van de L.O. overgeplaatst naar Koudum, om daar als onderduiker zijn illegale werk voort te zetten onder de schuilnaam Theo van der Meulen.
In het verslag staat: 26 mei [1944] ben ik te Koudum aangekomen en mijn bivak opgeslagen bij A. Osinga, hoofdcontact L.O. te Koudum. Het begin was moeilijk, daar ik hier totaal onbekend was. Ik ben begonnen met het rondbrengen van B.B.C. blaadjes vanuit Workum naar Koudum, Molkwerum, Warns en Hemelum, waardoor ik de verschillende dorpscontacten leerde kennen. Al spoedig kwam ik in contact met het rayonhoofd Klaas [Gerben Ypma] en de pl. K.P. leider Gerard [Gerben Oppewal]. Voor hen heb ik toen verschillende dingen opgeknapt o.a. naar Sneek heen en terug met de post, wegbrengen van onderduikers, naar Amsterdam [per trein] en Utrecht met post en kleren voor Joden. Uit de diverse verslagen blijkt dat Winus in Koudum naast zijn werk voor onderduikers veel koerierswerk heeft gedaan.
Ook Hotske de Jager, met wie Winus in 1946 trouwde, heeft in de oorlog koerierswerk verricht, aldus hun zoon Simon. Hij schrijft: Mijn vader en moeder waren niet zo spraakzaam over de oorlog. Mijn vader kon zich moeilijk uiten over datgene hij allemaal heeft meegemaakt. 4 mei was altijd een moeilijke dag in ons gezin. Om 2 redenen; nl. de dodenherdenking en op 4 mei is mijn vader jarig.
Het bericht vervolgt met: Mijn vader en moeder hebben elkaar leren kennen in de periode dat mijn vader in het verzet zat in Gaasterland. Na de oorlog zijn zij gaan wonen in Leeuwarden en in 1946 getrouwd. Steenhuisen kreeg hier verkering met Hotske de Jager, dochter van gemeentesecretaris van Hemelumer Oldephaert en Noordwolde, P.D.J. (Pieter) de Jager en I (Ietje) Nijman.
Pieter de Jager is op 10 febr. 1945 door de Duitsers opgepakt en vastgezet in Sneek, samen met 4 andere dorpsgenoten. Steenhuisen gaat in zijn verslag uitgebreid in op de arrestatie van zijn toekomstige schoonvader. Het zou een represaille zijn voor de verdwijning van de verrader Arend Klee, die op 5 febr. door het verzet zou zijn omgebracht. De verklaringen van de verzetsmensen Osinga en Steenhuisen en van de politie, over het ombrengen van Klee, zijn niet consistent.
Dit artikel is bijgewerkt op 4 april 2021, daarbij is de laatste zin toegevoegd en zijn de twee beweringen over Arend Klee minder stellig gemaakt en op 1 okt. 2021, met de informatie over de dood in 1941 van Simon Lambertus Steenhuisen.
Jan de Vries