‘Het was 1942 en de onderduiking kwam hier sporadisch voor’ ... ‘In 1943 kwam onderduiken hier meer in de mode’. [1] Deze woorden in een naoorlogs verslag van verzetsman Theunis de Vries maken duidelijk dat naarmate de oorlog vorderde steeds meer mensen een goed heenkomen zochten. Het waren niet alleen Joden, Roma en Sinti, ook oud-militairen, verzetsstrijders, communisten, hongerevacuees, geallieerde vliegeniers, mannen en jongens die de verplichte tewerkstelling in Duitsland wilden ontlopen. In Koudum was een uit het Duitse leger gedeserteerde Nederlander en mogelijk zelfs een infiltrant van de SD die zich voordeden als onderduiker. Rayonhoofd van de L.O. Sjerp Praamsma, zelf ondergedoken geweest in o.a. Molkwerum, schrijft dat hij in de laatste oorlogswinter 800 onderduikers onder zijn hoede had op het grondgebied van de voormalige gemeenten H.O. en Gaasterland met de steden Workum, Hindeloopen en Gaasterland. In dat gebied woonden toen naar schatting ongeveer 15000 mensen.
Als deze cijfers juist zijn dan moeten er in Koudum zeker 100 onderduikers zijn geweest. Velen vonden een plekje in een van de boerderijen. Daar was voldoende voedsel, ruimte en schuilgelegenheid en onderduikers konden helpen bij het boerenwerk. Velen hebben het melken geleerd. Jonge kinderen leerden Fries te spreken in korte tijd. De onderduik verliep soms via familiebanden, via de kerk en/of de gereformeerde dominee Van Dijk, of anders via de Landelijke Vereniging tot hulp aan Onderduikers (LO). Gerben Ypma was aanvankelijk de regionale contactpersoon, Sjerp Praamsma volgde hem op. Plaatselijke medewerkers waren Theunis de Vries, Wiebe Munniksma, Anne Osinga en Winus Steenhuisen, zelf ondergedoken bij Osinga. Op het gemeentehuis zorgden ze voor distributiebonnen en valse persoonsbewijzen. In sommige gevallen werd zelfs het bevolkingsregister aangepast, om iemand te laten verdwijnen of een valse identiteit te geven. Op de pagina verzetsmensen vind u in de verslagen van o.a. Praamsma, De Vries Osinga en Steenhuisen hoe de onderduik in Koudum was georganiseerd
Onmiskenbaar gaven onderduikers kleur aan het leven hier. De Joodse goochelaar Richard Stein ofwel Ricardo die met zijn vrouw Dora bij Kroondijk zat, verzorgde voorstellingen op school. Nog niet zo lang geleden kreeg Romke Kroondijk contact met kleinkinderen van dit echtpaar. Ook van sommige andere onderduikers is wat bekend, bijvoorbeeld omdat zij een belangrijke rol speelden in verzetsgroepen, hun verhaal publiceerden, namens hen Yad Vashem onderscheidingen zijn uitgereikt, en/of omdat het contact bleef bestaan. Schilder Willem Jans Dijk uit Den Haag, Rifka (Rebecca Bitterman-Krzywanowski), de kinderen Glimmerveen uit Wageningen, Chris van Voorthuizen en Dirk Jan Norg uit Harlingen beschreven hun verblijf in Koudum. Behalve Rifka overleefden zonder hun ouders minstens drie andere Joodse kinderen in Koudum de holocaust: Helena Preger, Sara Ritmeester en Rosa Stein. De Joodse Cis van Rijn die hier Lies werd genoemd, maakte een gedicht over haar herinneringen. Zij zat tot de razzia in augustus 1944 ondergedoken bij zuster Scheringa. Gerrit van der Ploeg werd opgepakt maar deed van zich spreken omdat hij met hulp van buiten wist hij te ontsnappen uit de politiecel in het gemeentehuis. Tijs van Straten stuurde een brief waarin hij spijt betuigde aan zijn onderduikgevers omdat hij zich onder een valse naam als onderduiker had aangemeld nadat hij uit het Duitse leger was gedeserteerd. Bijzonder is ook het verhaal van de hongerevacue Joop Haakman die het zo goed beviel in ons dorp dat hij er bleef wonen.
Van sommige onderduikers hebben we alleen een foto of weten we alleen de voornaam, zoals van de onfortuinlijke Lex, die vermoedelijk per abuis door het verzet is omgebracht. De toedracht staat in It Grutte Swijen. Het halve land was op de vlucht, ook Sommige Koudumers zochten een goed heenkomen om uiteenlopende redenen. Diverse huizen in Koudum stonden daarom leeg. Zoals dat van het echtpaar Van Dijk, de gereformeerde dominee, die werd gezocht vanwege zijn werk voor onderduikers. Toen ze weer thuiskwamen vonden ze de pastorie bewoond door de familie Glimmerveen uit Wageningen. Of de familie Uilke Hoekema, die na het ombrengen door het verzet van Arend Klee uit Steenwijk, die bij hen in huis was, waren gevlucht naar familie in Noord-Holland. Ook hun huis aan de Beukenlaan bleek bewoond door evacuees toen ze na de bevrijding weer in Koudum kwamen. Ook dit gegeven komt uit It Grutte Swijen.
Op de pagina Onderduikers en Evacuees vindt u de verhalen van deze tijdelijke inwoners van ons dorp. Mocht u informatie hebben over onderduiken in Koudum in de Tweede Wereldoorlog, dan neemt Histoarysk Koudum dat graag op. Zie hier voor contactgegevens.
[1] Tresoar toegang 350 nr. 1381, verslag Theunis de Vries