Jarig van Dam emigratie naar Argentinië

Op 25 september 1889 vertrekken negen gezinnen uit Koudum met de ss Schiedam vanuit Rotterdam naar Argentinië[i]. Daaronder ook het arbeidersgezin van Jarig van Dam. Hij vertrekt met zijn vrouw en zijn kleine zoontje.

Jarig van Dam werd op 21 oktober 1855 geboren in Nijega[ii], meestal aangeduid als Nijega H.O.N. (Nijega in de gemeente Hemelumer Oldephaert en Noordwolde). Tot 1967 was Nijega een klein dorpje bij Elahuizen. In 1967 werd Nijega samengevoegd met Elahuizen en werd de naam van beide dorpjes samen Elahuizen.

 

Vader Tjemme Jarigs ten/van Dam

 De vader van Jarig was de 58-jarige arbeider Tjemme Jarigs van Dam. Zij moeder was de toen 22-jarige Jacobje Louws Baaima die de tweede vrouw was van Tjemme van Dam. De vader van Jarig werd als Tjemme Jarigs ten Dam geboren in 1795 in Koudum. Hij trouwde voor de eerste keer op 24 december 1823 op 26-jarige leeftijd met de toen 17-jarige Grietje Hendriks Schokker die van Rotsterhaule kwam. Dochter Ybeltie werd op 22 februari 1824 geboren in Oudega.

Op 15 oktober 1826 werd een eerste zoon Jarig in Oudega geboren. Vader Tjemme heeft dan nog steeds de achternaam ‘Ten Dam’. In ieder geval vanaf 14 augustus 1831, als Grietje, de eerste vrouw van Tjemme Jarigs, op 25-jarige leeftijd overlijdt in Nijega, is de achternaam ‘Van Dam’.

Vader hertrouwde ruim twintig jaar later pas, op 9 september 1852, met de meer dan dertig jaar jongere Jacobje Louws Baaima die in Kolderwolde geboren was en in 1852 in Oudega woonde. Het stel gaat blijkbaar in Harich wonen, want daar is zoon Louw geboren op 24 augustus 1853. Zoon Jarig is in 1855 in Nijega geboren en er volgen nog meer kinderen. Dochter Rieme (1857) en zoon Hans (1860) zijn nog in Nijega geboren, maar zoon Jelle werd in 1864 in Koudum geboren waar het gezin in ieder geval vanaf dan woont.

Tjemme Jarigs van Dam is overleden op 27 januari 1873. Zijn weduwe, Jacobjen Baaima, hertrouwde op 8 augustus 1878 in Gaasterland met de uit Balk afkomstige stoelenmatter Gerlof Posthuma (1825-1905)[iii]. Na diens overlijden verhuisde ze naar It Heidenskip, waar haar getrouwde dochter Rieme woonde. Ze is overleden op 25 juli 1916 in It Heidenskip.

 

Via Hindeloopen weer terug naar Koudum

 Jarig van Dam moet in ieder geval met zijn ouders vóór zijn negende verjaardag van Nijega naar Koudum verhuisd zijn. Op 15 maart 1875, hij woont dan in Hindeloopen, wordt de 19-jarige Jarig vrijgesteld van militaire dienst wegens broederdienst. Zijn broer Louw, geboren op 24 augustus 1853, was in 1873 goedgekeurd voor militaire dienst.

Op 12 oktober 1876 trouwt de dan in Koudum wonende arbeider Jarig van Dam met ‘boeremeid’ Aukje (Ookje) Hollenga. Aukje was geboren op 14 oktober 1854 in Koudum en zal daar in 1913 ook overlijden. In 1879 komt de 12-jarige broer van Jarig, Sipke, bij het echtpaar in Koudum inwonen, maar onbekend is tot hoelang. Broer Louw woont vanaf eind 1885 een half jaar bij Jarig en Aukje in Koudum[iv], tot aan zijn huwelijk in mei 1886.

In Koudum wordt 20 december 1887 zoon Tjemme geboren. Het is in die tijd overigens niet heel gebruikelijk dat een eerste kind pas tien jaar na een huwelijk geboren werd. Mogelijk kon het echtpaar aanvankelijk geen kinderen krijgen. Des te tragischer is daarom dat Tjemme nog geen twee jaar oud zou worden.

 

Naar Argentinië

Met nog enkele gezinnen vertrekt Jarig van Dam met vrouw en kind op 25 september 1889 met de ss Schiedam van Amsterdam naar Argentinië. De aankomst in Buenos Aires is op 30 oktober 1889. Het gezin komt daar zonder kind aan. Op 10 januari 1890 is het overlijden van Tjemme van Dam ingeschreven in het bevolkingsregister van Hemelumer Oldeferd. Die dag had de ambtenaar uit Argentinië een uittreksel van het dagregister van kapitein Roggeveen van de ss Schiedam ontvangen. Daarin wordt gemeld dat Tjemme van Dam op 18 oktober 1889 is overleden, aan boord van de ss Schiedam, “zich bevindende 5° 34’ Z.B. en 31° 0’ W.L.”.

In een brief van 2 november 1889 schrijft Jan Cornelis Koornstra[v], een Koudumer die met hetzelfde schip als Van Dam naar Argentinië emigreerde, in een brief naar zijn familie in Koudum dat hij met zijn gezin en dat van Abe Douwes Visser van Buenos Aires naar Chacabuco verder zal reizen. Dat is een reis van zes uur met de trein. Volgens Koornstra gaan de Koudumer gezinnen van Jelle de Boer en Rein Quarré naar de La Plata. “Jan Kruis en . . . en Jaring zijn gisteravond gegaan, 17 uur sporen het land in.”

Die Jaring zal Jarig van Dam geweest zijn. Met zijn Aukje en enkele andere gezinnen is Jarig volgens Jan Cornelis Koornstra begin november 1889 vertrokken van Buenos Aires naar La Plata, 17 uur met de trein “het land in”. Het is niet duidelijk waar dat dan precies is[vi].

 

Terug in Koudum

Het zal Jarig en Aukje niet heel goed vergaan zijn in Argentinië, want op 29 juni 1892 zijn ze weer terug in Friesland, waar ze kort in Koudum wonen op het adres A/203. Jarig heeft dan als beroep ‘werkman’. Op 24 augustus van hetzelfde jaar verhuizen ze naar Harlingen, maar een paar maanden later, op 29 november worden ze weer ingeschreven in het bevolkingsregister van Hemelumer Oldeferd, nu op het adres Koudum A/164. Ze verhuizen binnen Koudum eerst naar A/201 en later nog naar A/51[vii]. In 1896 woont Petrus van der Berg (geboren 1 oktober 1879 in Koudum) een paar maanden bij hen. Petrus is een neef van Aukje,

In het begin van de twintigste eeuw wonen Jarig en Aukje in Koudum op het adres B.82. Jarig staat dan eerst vermeld als veehouder en later als slager.[viii] In 1905 koopt Jarig van dam “Eene Huizinge met erf en aanbehooren, staande en gelegen te Koudum, ten kadaster bekend gemeente Koudum, sectie A nummer 1822, groot een are veertig centiares.”

In het register van de notaris wordt erbij vermeld dat de scheidsmuur tussen dit perceel en de ‘naastleger’ (het aanpalende perceel) ‘massaal’ is. Ook de put en het ‘secreet’ (het ‘húske’) is ‘massaal’, wat wil zeggen dat het door meerdere personen gebruikt wordt. Wel heeft de nieuwe eigenaar van het pand een vrije loop naar de put en het húske, en er is een pad naar en van de ‘benedenweg’ over het erf van de buren.

Aukje Hollenga is overleden op 08 oktober 1913 in Koudum. Een jaar later is Jarig van Dam overleden, op 14 oktober 1914, in It Heidenskip. Daar was zijn broer Hans bakker en ook zijn getrouwde zus Rieme en zijn moeder Jacobje Baaima woonden daar toen. Moeder was na de dood van haar tweede man in It Heidenskip gaan wonen bij haar dochter Rieme die getrouwd was met Bauke Dijkstra (1850-1940).

 

[i] Inleidende informatie over de emigratie naar Argentinië (van Koudumers) in 1889 op de pagina ‘Emigratie van Koudumers naar Argentinië eind 19e eeuw’.

[ii] De meeste data uit dit stuk zijn gevonden via de website allefriezen.nl.

[iii] Huwelijksregister 1878, archiefnummer 30-14, Burgerlijke Stand Gaasterland - Tresoar, inventarisnummer 2012, aktenummer 0038

[iv] Bevolkingsregister Hemelumer Oldeferd_500_1880-1889

[v] Zie hier de pagina op Histoarysk Koudum van Jan Cornelis Koornstra.

[vi] La Plata, de hoofdstad van de provincie Buenos Aires, is een stad die vlak na 1880 gesticht is, maar die ligt aan zee op zestig kilometer van Buenos Aires af. Mar del Plata ligt ook aan zee, zo’n 400 kilometer van Buenos Aires af. Vanaf 1886 had Mar del Plata een treinverbinding met Buenos Aires en die treinreis duurt tegenwoordig nog geen zes uur.

[vii] Bevolkingsregister Hemelumer Oldeferd_508_1890-1899

[viii] Bevolkingsregister Hemelumer Oldeferd_517_1900-1916