De eerste jaren van SV Oeverzwaluwen

Informatie over het wel en wee van SV Oeverzwaluwen c.q. Unitas uit de eerste decennia na de oprichting in 1929 is uiterst schaars. Dit constateerde de redactie van het boek Oeverzwaluwen 75 jaar, uitgegeven in 2004. In 2010 is een verslag uit 1948 over de eerste jaren van Oeverzwaluwen aan het licht gekomen. Het zit in het archief van de OVK dat aan Histoarysk Koudum is overgedragen. Mede Unitas oprichter Ype van der Molen schreef de tekst van dit verslag, dat werd afgedrukt in een uitgave genaamd De Reclamekrant. Waarschijnlijk verscheen dit blad eenmalig ter gelegenheid van de zogenaamde Winkelweekfeesten in Koudum op 27 - 30 juli 1948.

Van der Molen: Oeverzwaluwen is begonnen zoals zoveel sportverenigingen zijn begonnen. In de zomer van 1929 gingen drie jongens uit Koudum naar Molkwerum te voetballen. Zij deden in Koudum enthousiaste verhalen en al spoedig kwamen er meer voetballers. Er waren er spoedig zoveel, dat men besloot ook in Koudum een club op te richten. Men ging met een lijst lopen en al spoedig was er geld genoeg voor een bal. Dit was dan het begin van Oeverzwaluwen. Enkele jaren later kwam men met een elftal uit in de tweede klasse van de Chr. Voetbalbond. De eerste maal eindigde men op de tweede plaats. Daarna werd driemaal het kampioenschap behaald. De laatste keer volgde promotie naar de eerste klas. Deze competitie werd halverwege door onze verenig. gestaakt wegens financiële moeilijkheden.

Het elftal van Unitas in 1932.  Staand v.l.n.r.: Luutsen (Luut) Siebes Stellingwerf, Hendrik Gerrits de Jong en Jan Mensonides. Midden v.l.n.r.: Hessel de Jong, Gerrit Jans Klijnstra en Sytse Boukes Algera. Voor v.l.n.r.: Klaas Deinum, Ids Pries, Klaas de Jong (zoon van zuiveldirecteur), Frederik (Fré) de Boer en Jacob Haitses de Jong. Drie van de vier Unitas oprichters staan op deze foto: Klaas Deinum, Ids Pries en Fré de Boer. Ype van der Molen wordt yn 1929 ook genoemd als oprichter. Alleen Hylkema, die later dominee is geworden, en Fré de Boer hadden voetbalschoenen. De rest voetbalde op 'kistjes'. Met dank aan Feikje Kemker, Sytse Algera en Tine Klein.

Van der Molen: De ver. die toen nog 'Unitas' heette sliep toen enkele jaren totdat 'Vendu Tivoli' gereed kwam. Het ledental dat steeds had geschommeld tussen 11 en 30 leden begon toen op te lopen tot 70 in 1940. In 1941 werd Unitas lid van de Ned. Voetbal Bond. De naam moest toen veranderd worden en na rijp beraad werd het Oeverzwaluwen.

S.V. Oeverzwaluwen dankt de naam aan de eerste bewoner van de voormalige zandafgraving 'De Dobbe', waar 'Vendu Tivoli' met het sportveld werd gevestigd. De oeverzwaluw (Riparia Riparia) broedt in kolonies in tunnels van tien centimeter tot ruim een meter, die hij uitgraaft in zand of grind in steile oevers, afgravingen en gronddepots. Over het algemeen wordt elk jaar een nieuw nest uitgegraven, maar het komt voor dat een oeverzwaluw een oud nest verder uitgraaft voordat hij deze gebruikt voor een nieuw broedjaar. Foto's Jan Tijsma.

Het elftal van Oeverzwaluwen in 1944. Staand v.l.n.r.: Bouke Schotanus, Jappie Reinstra, Piebe Hoekema, Jacob Niemans, Jan Hoekema, Siemen Gras, Jappie Schaper. Zittend v.l.n.r.: Louwerens Mulder, Siemen Munniksma, Ids Pries, Ype van der Molen, Gert Hoekema, Fokke Hoekstra. Foto uit het album van Fokke Hoekstra, gemaild door Hennie van Dijk. De foto is gemaakt in Balk, bij een toernooi, maar wie de foto maakte is helaas niet bekend. De competitie lag stil en niet alle voetballers waren bereid of in de mogelijkheid om naar Balk te gaan, want het gevaar door de Duitsers te worden opgepakt was zeer reëel. Het elftal bestond dan ook deels uit remplaçanten. Jacob Niemans bijvoorbeeld was een onderduiker. Louwerens Mulder woonde destijds in Hemelum en was als belangstellende in Balk. Hij werd ter plekke gevraagd om mee te doen. De foto toont twee in het verslag genoemde overleden spelers. Bauke Schotanus, een veelbelovende jonge voetballer, aldus Van der Molen. Deze overleed kort na de oorlog aan de gevolgen van tyfus. En Piebe Ulkes Hoekema die op 16 november 1944 te Norg door de Duitsers is omgebracht, nadat hij was ontsnapt uit een werkkamp.

Van der Molen: In de jaren 1941 tot en met ’43 had Oeverzwaluwen een zeer sterk elftal dat zelfs een jaar ongeslagen bleef. Oeverzwaluwen had toen verschillende spelers die in eerste klas elftallen geen gek figuur behoefden te slaan. Toen kwam het laatste oorlogsjaar, verschillende leden werden het slachtoffer van de Duitse terreur. P. U. Hoekema onze uitstekende middenvoor moest het met de dood bekopen.

Op de foto staan, behalve Piebe, nog twee andere zonen van timmerman Ulke Hoekema, die destijds aan de Beukenlaan woonde. De drie broers waren zeer begaafde voetballers. Gerrit had een goed spelinzicht en kon formidabel sprinten. Jan werd wel 'De Juffer' genoemd vanwege zijn elegante speelstijl.

Van der Molen: Na de bevrijding werd direct weer met frisse moed begonnen. Men stond echter voor grote moeilijkheden en er moest een geheel nieuwe organisatie worden opgebouwd. Materiaal was er bijna niet meer en het eerste elftal was geheel uiteen gevallen en tot overmaat van ramp werd Vendu Tivoli definitief door de bond afgekeurd. De heer Mientjes stelde zich als trainer beschikbaar maar desondanks bleven successen uit.

Het eerste van Oeverzwaluwen omstreeks 1950. Van de oprichters van de vereniging staat keeper Ids Pries nog altijd 'in de basis'. Staand v.l.n.r.: Hendrik van der Molen, Piet Venema, Jelle Munniksma, Siemen Gras en Pier Aukema.  Middelste rij v.l.n.r.: Rinke van der Veen, Rinze Pietersma, Gert Hoekema en Douwe van der Wal. Vooraan v.l.n.r.: Siemen Munniksma, Ids Pries en Jelte Harkema. Foto uit het album van Fokke Hoekstra. 

Van der Molen: Hoofdzakelijk door het initiatief van de heer Mientjes werd met een afdeling handbal voor de dames begonnen en ook de adspirant voetballers werden ingeschakeld. Oeverzw. was toen dus een sportvereniging geworden. Aan de competitie werd dit jaar (1948) deelgenomen door twee senior elftallen een adsp. elftal en één dameshandbalelftal. Het eerste elftal eindigde op de derde plaats. Het tweede op de vijfde plaats en de adsp. ook op de derde plaats. Resultaten die gezien mogen worden. Het handbalelftal had minder succes maar het vertoonde spel in sommige wedstrijden houdt een belofte in voor de toekomst.

Handbal-elftal dames 1 van Oeverzwaluwen in 1946/47. Van voor naar achter: Geertje van der Veer (keepster), Hieke Roosjen, Griet Finnema, Hitsje de Jager, Metsje de Boer, Antje Muizelaar, Hieke de Jong, Doetie Harsta, Klaske Muizelaar, Baukje de Boer en Geesje de Jager. Ingestuurd door Trijntje Snijders-van der Veer.

Advertentie in de genoemde Reclame Krant van 1948. Het is duidelijk dat S.V. Oeverzwaluwen toen drie afdelingen had.

Der wurde al wol songen op de wize fan 'Het Turnlied', mar der wie fuort nei de Oarloch noch gjin ôfdieling Gimmestiek. De skriuwer J.H. is sûnder mis Johannes Hoekstra.

Defilé in de Dobbe. Is dit de afdeling gymnastiek? De dames marcheren voor de muziek uit. V.l.n.r.: Hotske Bajema, Antje Muizelaar, Antje van der Weg, ? , Aukje Harsta, Afke Bajema, Jantje Veldhuis, Hiltje Bajema, Marie Pries, Gettje Grouwstra, Henny Jaarsma, Hinke Stellingwerff, Doetie Harsta, Mienie de Vries. Aukje-Drayer Dijkstra, Sieke de Vries en Corry Smit. Met dank aan Afke Folkertsma-Bajema uit Loppersum. 

Van der Molen: Het ledenaantal van onze vereniging bedraagt thans plm. 200. Het sportterrein Vendu Tivoli is naar de eisen door de bond daaraan gesteld ingericht en de medewerking die daarbij van alle kanten is getoond, heeft ons geleerde dat onze ver. steeds op volledige steun van de Koudumer burgerij kan rekenen. Van diegenen die in 1929 zich bij de vereniging aansloten zijn de heren Y.G. v.d. Molen en I. Pries nog steeds lid en ook nog steeds actief voetballer. Oeverzwaluwen heeft thans reeds veel bereikt van wat wij ons in 1945 hadden voorgesteld. Een goed terrein en een uitstekende gymnastiekleraar, veel leden en vooral een uitstekende clubgeest. Welnu er is veel bereikt maar is nog meer te bereiken en daarom leden en donateurs de schouder en onder en met volle kracht vooruit!

Dec. 2012 en bijgewerkt 2016, Jan de Vries, met dank aan: Gerrit Hoekema te Leeuwarden, Fokke Hoekstra te Grijpskerk, Hindrik D. de Jong, Hindrik S. de Jong te Groningen, Louwerens Mulder, Enne de Vries en Tjerk van der Wal.