Hampden Crash 1942

In de vroege ochtend van 3 juli 1942 werd het dorp Koudum opgeschrikt door de crash van een geallieerde bommenwerper. Het vliegtuig, een Canadese Hampden met serienummer AE 248, was tegen twaalven ’s nachts vanaf het Britse vliegveld Waddington opgestegen voor een bombardementsmissie naar Bremen. Al op de heenreis werd het vliegtuig onderschept door een Duitse nachtjager van het vliegveld Leeuwarden.

Flight-lieutenant Kingsley Brown zat aan de stuurknuppel, sergeant Bobby Williams trad op als navigator en de boordschutters Robert Whytock en John Waddington zaten in de geschutskoepels achter hun mitrailleurs. Boven het IJsselmeer werd de Hampden aangevallen door een Duitse nachtjager van het vliegveld Leeuwarden, die bestuurd werd door Egmont zur Lippe-Weissenfeld.

Door de beschieting boven de Friese Zuidwesthoek explodeerde de Hampden. Eén vleugel van het toestel werd afgerukt en kwam neer bij de boerderij van de familie Martens, thans Kerkhoflaan 12 in Koudum. Het grootste gedeelte van het wrak stortte neer op de plek waar tot 2021 woonzorgcentrum De Finke was gevestigd, ongeveer 500 meter ten zuiden van de kerk.

schilderij van Wigle Engelsma (2012)

 

 

John Waddington, Sgt. J. N. Waddington.

Bob Whytock, Sgt. R. W. R. Whytock.

Bobby Williams, Sgt. R. O. Williams.

Bij de crash vonden drie van de vier bemanningsleden de dood. De stoffelijke resten van de sergeanten Robert Oscar Williams (navigator), Robert William Rowland Whytock (radiotelegrafist-boordschutter) en John Noel Waddington (radiotelegrafist-boordschutter) werden in 1942 met militaire eer in Koudum begraven. Hun graven zijn nog altijd op de Algemene Begraafplaats te vinden, naast het graf van John Arthur Whittingham. Die was piloot van de Halifax die op 26 juni 1942 werd neergeschoten boven het IJsselmeer bij Hindeloopen, na een geslaagde bombardementsmissie naar Bremen[1].

De vierde man, piloot Kingsley Ewart Brown, had meer geluk en kon het navertellen. Het vliegtuig zou in een draaiende beweging naar beneden zijn getuimeld, wat het de bemanningsleden onmogelijk maakte om uit het vliegtuig te komen. Dat Brown nauwelijks gewond en zich met zijn parachute in veiligheid kon brengen, zou komen door het glazen schuifdak, dat naar achteren kon worden geschoven[2]. Hij landde op het dak van het huis van de familie Feenstra, nu Hellingstrjitte 28 in Molkwerum. Omdat de personen die zich in Molkwerum over hem ontfermden, geen kans zagen hem snel te verbergen werd hij, zoals zijn instructies voorschreven, overgedragen aan de autoriteiten.

Brown werd zodoende door burgemeester R. Reitsma ontvangen op het gemeentehuis in Koudum, waar hij zijn handtekening plaatste in het gastenboek van de gemeente Oldephaert en Noordwolde. Met een bus werd hij dezelfde dag nog naar Leeuwarden gebracht, eerst naar de luchtmachtbasis en toen naar het station. Met de trein werd hij op 4 juli naar Amsterdam vervoerd, waar hij zeven dagen in de gevangenis verbleef.[3] Daarna werd hij per trein via Hannover naar Frankfurt vervoerd en hij arriveerde uiteindelijk op 20 juli 1943 in het grote krijgsgevangenkamp Stalag Luft 3 nabij Sagan in Silezië, in het huidige Polen.

Kingsley Brown, Lt. K .E. Brown.

De beroemde tv-serie Colditz is mede op het boek van Brown gebaseerd.

In 1989 legde Kingsley Brown – die zowel voor als na de oorlog als journalist werkzaam was – zijn ervaringen in het krijgsgevangenkamp vast in het boek Bonds of Wire. Hij vertelt daarin over de gruwelijkheden en de ontberingen van een krijgsgevangenenkamp, ​​maar ook over de triomf van de menselijke geest en de vele absurde gebeurtenissen die er plaatsvonden. Kingsley Brown overleed op 30 augustus 1993 in Canada.

 

21 juli 1942, de Koudumer jeugd inspecteert het gat dat door de crash was ontstaan. De jongen in de kuil rechts, met de donkere korte broek en geruite bloes is Hendrik, zoon van Douwe en Geeske de Jong. De jongen voorovergebogen rechts naast Hendrik is waarschijnlijk Piebe de Vlucht. Na de crash is een explosief uit de Hampden door Duitse militairen tot ontploffing gebracht in een weiland richting Galamadammen. Hendrik de Jong bewaarde zijn leven lang een bomscherf die hij vond na die ontploffing. Het moet afkomstig zijn van een zware bom. Het materiaal is meer dan 12 mm dik. Hendrik heeft de scherf op 17 dec. 2019 overgedragen aan Historisch Koudum.

Herdenkingsmonument

Op 3 juli 2012, precies 70 jaar na de ramp is in Koudum het 'Fleanmasine Monument' onthuld door Mary Bethune, verloofde van Bobby Williams, en burgemeester Hayo Apotheker van de gemeente Súdwest-Fryslân. Zowel Omrop Fryslân als Studio Sudwest maakten daar een reportage over.

Reportage van Studio Sudwest:

Reportage van Omrop Fryslân:

In 2011 was het idee voor een herdenkingsmonument ontstaan. Een commissie werd ingesteld om het monument te realiseren. De Stichting Missing Airmen Memorial Foundation hielp deze commissie bij het achterhalen van de informatie en de zoektocht naar nabestaanden. Ulfert de Jong van Histoarysk Koudum: ‘Yn it doarpskrantsje ha we in oprop pleatst oft der noch minsken wiene dy’t wat witte oer de crash. In kroechbaas út it doarp belle. Ik tocht noch dy jonge is net berne yn Koudum én hy is fiersten te jong, hoe kin er no wat witte. Ik bin nei de kroech gien en hy hie in kaartsje mei in telefoannûmer lizzen. Der wiene famyljeleden dy’t de grêven besocht hiene. Dus ha ik dat nûmer jûns, mei it hert yn ‘e kiel, belle. Krige ik Mary Bethune oan ‘e telefoan. Ik yn myn stienkoal Ingelsk útlizze wêr’t ik foar belle’.[4]

Ulfert de Jong over de onthulling van het monument: ‘Foar de ûntbleating is de soan fan Brown hjir hinne kommen. Boargemaster Hayo Apotheker en Mary Bethune (de toenmalige verloofde van één van de omgekomen bemanningsleden) hawwe it monumint ûntbleate. Der wienen neibesteanden út Skotlân en Ingelân oerkaam. In beropstrompetist spile ’the last post’. En der wienen mannen fan de fleanbasis Ljouwert oanwêzich. It wie in geweldich moaie dei’.

 

[1] Zie https://asn.flightsafety.org/wikibase/52754 en https://www.gaasterlandinwo2.nl/het-jaar-1942/ (26 en 27 juni).

[2] Aldus Jan J. van der Veer, die het verhaal van de crash lichtelijk geromantiseerd weergeeft in zijn boek De luchtoorlog boven Zuidwest-Friesland 1940-1945 (2e druk, 1977), p. 95-102

[3] Bron voor deze reis met de data: http://teunispats.nl/jack-edward-gibbs.htm

[4] Interview met Ulfert de Jong: https://www.doarpswurk.frl/stichting-histoarysk-koudum-houdt-dorpsgeschiedenis-levend/