1941, Hoekstra drukt eerste Vrij Nederland

De eerste gedrukte Vrij Nederland bereikte de lezers tijdens de Kerstdagen van 1941. Drukker was Johannes Hoekstra te Koudum. Vrij Nederland werkte samen met De Vonk, een ander socialistisch verzetsblad. De basis van beide bladen lag in Amsterdam. Hoe kwam Vrij Nederland terecht bij een drukker in Koudum?

Initiatiefnemer en hoofdredacteur was Henk van Randwijk (1909 – 1966) echtgenote Ada Henstra (1911 – 2013) zijn rechterhand. Tom Rot was belast met het vinden van een drukker. In mei 1975 haalde de laatste herinneringen op aan die tijd, door de jaarlijkse dodenherdenking te Amsterdam te laten schieten voor de plechtigheid in Hindeloopen, in een voor Vrij Nederland historische streek - de Zuidwesthoek van Friesland. In het najaar publiceerde Vrij Nederland zijn artikel ''k heb ze gekend, voortrekkers in het verzet - herinneringen in Koudum' (Vrij Nederland, 6 sept. 1975). Rot licht een tipje van de sluier op maar schrijft niet waarom hij zocht in Friesland.

De Februari-staking van '41 bracht Van Randwijk dichter bij De Vonk. Financieel liet VN zich niet onbetuigd bij de ondersteuning van de slachtoffers van deze staking. We hebben heel wat gesprekken gevoerd in het bovenmeesters-kamertje van de school waarvan Van Randwijk de leiding had. Daar vroeg hij mij uit te zien naar een drukker die VN wilde drukken. Ik slaagde, en vond dank zij de hulp van Notaris Jukema (Workum) en hotelhouder Walda uit Hindeloopen een adres in Koudum. Wim Speelman, die later mede Trouw oprichtte, handelde deze zaak verder af, aldus Tom Rot.

De genoemde hotelhouder Roel Walda uit Hindeloopen lijkt een belangrijke schakel omdat hij betrokken was bij De Vonk. Waarschijnlijk kwam Rot door de Vonk-groep bij Walda uit. Tijdens de Kerstdagen toen de lezers de eerste lazen waren ze bij Hoekstra al met nummer twee in de weer. Maar de samenwerking was van korte duur. Op 18 maart 1942 werd dit contact verbroken; tengevolge van verraad vond er een huiszoeking plaats bij Hoekstra; Walda kon tijdig vluchten. Van het verdere verloop in 1942 in het noorden is ons niets bekend (Winkel, Lydia, De ondergrondse pers 1940-1945).

De linkse signatuur van Vrij Nederland was een moeilijk punt voor de veelal gereformeerde verzetsmensen in Koudum. Het schijnt dat Wiebe Munniksma eens een aanvaring had met volbloed AR-man en verzetsleider Theunis de Vries, toen uitkwam dat de laatste een bepaalde editie van Vrij Nederland weigerde te verspreiden en in plaats daarvan alle exemplaren had verbrand. Het bezwaar tegen het socialistische karakter gold breder en zou leiden tot de afsplitsing van de groep Trouw, die met een eigen blad kwam. De ondergrondse van Koudum liet vervolgens Vrij Nederland vallen om zich aan te sluiten bij de Trouw-groep.

 

Wist u dat het eerste gedrukte exemplaar van Vrij Nederland (1941) uit Koudum komt?

Een interview van Aart van Walstijn met Feikje Kemker-Hoekstra en Fokke Hoekstra in: Koudumer Simmer 2000 Nijs (Koudum 2000) p. 22.

Op die leeftijd was je niet bang, je deed het gewoon. Je neemt risico's. Daarnaast vond ik het geweldig zo'n reis naar Amsterdam. Dat avontuur trok mij wel!

Ik zit op de bank bij Fokke Hoekstra en Feikje Kemker-Hoekstra, broer en zus. Wij spreken over de oorlogsjaren en hoe zij daarbij betrokken zijn geraakt. Zij waren toen respectievelijk 17 en 15 jaar oud. Vooral de maand december 1941 kunnen zij zich goed herinneren. Het was de maand waarin de verzetskrant Vrij Nederland voor het eerst in druk verscheen.

Hierop hebben wij in december '41 de eerste 'Vrij Nederland' gedrukt

"Mijn vader was drukker in Koudum", vertelt Fokke, "onze drukkerij was waar nu boekhandel Muizelaar zit. Achter in de tuin hadden wij een drukkerij staan. Daar stond een snelpers. Hierop hebben wij in december '41 de eerste Vrij Nederland gedrukt. Het begon eigenlijk met een vraag van de heer Walda (de latere burgemeester van Ameland). Dit was een hoteleigenaar in Hindeloopen die een nauwe relatie had met het verzet in Amsterdam. Op een dag kwam hij naar mijn vader om te vragen of deze iets voor het verzet wilde drukken." "Ja, en dat wilde mijn vader wel", vervolgt Feikje na een korte stilte. "Mjn vader was erg principieel, streng gereformeerd en een echte monarchist. Hij vond het prachtig om hand- en spandiensten aan het verzet te verlenen. Echt meevechten zou hij nooit doen, maar de vraag om een verzetskrant te drukken was zeker niet aan dovemansoren gericht."

En iedere nacht verduisterden wij de ramen

Fokke pakt de draad weer op. "Hij was wel een voorzichtig man. Hij werkte voornamelijk 's nachts aan het drukken van de krant en ik hielp hem daarbij. Ik kan mij de eerste nacht nog zeer goed herinneren. Wij waren achter de letters aan het zetten, toen mijn vader onwel werd. Hij viel flauw, gewoon van de spanning. Ik heb hem weer op de been geholpen en ben doorgegaan met het zetten. Even later werkten wij er weer samen aan. En zo ging dat een aantal nachten achter elkaar door tot zo'n drie à vier uur in de ochtend. Iedere nacht verduisterden wij de ramen. Het drukken zelf kostte maar liefst 12 uur."

De Nederlands sprekende man beschuldigde ons van het drukken van een verzetskrant

"En nadat het gedrukt was, heeft het hele gezin mee geholpen alle exemplaren te vouwen en vervolgens in te pakken", vertelt Feikje. "Het werd echter pas spannend toen ongeveer een half jaar later plotseling een drietal Duitsers en een Nederlands sprekende man voor ons stonden. De Nederlands sprekende man beschuldigde ons van het drukken van een verzetskrant. De krant die hij echter bij zich had, was niet de Vrij Nederland die wij gedrukt en gevouwen hadden." Fokke: "Toen wij dat in de gaten hadden, heeft mijn vader ze mee naar achteren genomen en ze de drukpers laten zien. Het formaat van de verzetskrant die zij bij zich hadden, kon bij ons technisch gezien niet gedrukt worden. Daarnaast bleek al snel dat de letters die wij gebruikten, niet overeenkwamen met de letters uit het krantje."

En de Duitsers stonden er bij

"In de oorlog hebben wij al met al uiteindelijk drie huiszoekingen meegemaakt." Feikje gaat verder: "Bij de laatste huiszoeking in september 1944 vonden wij het zo spannend dat wij de exemplaren van de verschillende verzetskranten die wij gedrukt hebben, hebben vernietigd. En de Duitsers stonden er bij. Ik stond achter in de tuin toevallig een vuurtje te stoken. De kranten verscheurde ik onder hun neus en gooide ik vervolgens in het vuur." En toen viel er een stilte. Fokke en Feikje kijken elkaar eens aan, alsof het de dag van gisteren is gebeurd. De oorlogsjaren zijn Feikje en Fokke toch niet in de koude kleren gaan zitten. Achteraf realiseerden zij zich pas hoeveel geluk ze hebben gehad.

De koffers lieten wij beneden staan, zelf gingen wij boven zitten. Als de Duitsers het dan zouden ontdekken, zouden ze de koffers nog niet direct met ons in verband kunnen brengen

"Ik bracht de kranten samen met mijn zus naar Amsterdam", vervolgt Feikje. "Beiden hadden wij twee grote koffers. In iedere koffer zaten twee grote pakketten met exemplaren van Vrij Nederland. Om deze pakketten hadden wij gewoon wat pakpapier gewikkeld. We gingen als eerste met de boot van Stavoren naar Enkhuizen. De koffers lieten we beneden staan, zelf gingen we boven zitten. Als de Duitsers het dan zouden ontdekken, dan zouden ze de koffers nog niet direct met ons in verband kunnen brengen. In Enkhuizen namen we de trein naar Amsterdam. Ook hier hadden we de koffers in een andere coupé staan, dan waar wij zelf in zaten. Op die leeftijd was je niet bang, je deed het gewoon. Je neemt risico's. Daarnaast, ik vond het geweldig zo'n reis naar Amsterdam. Dat avontuur trok mij wel! Voor het Centraal Station werd het toch nog even spannend. Wij zouden daar de pakketten aan het verzet overhandigen. Toen ik de pakketten uit de koffers haalde, vroeg een Duitse soldaat mij of hij mij kon helpen. Toen ik zei dat dat niet hoefde, ging hij weer weg."

Overigens waren ook die laatste oorlogsjaren bijzonder spannend. De Duitsers patrouilleerden toen vaak langs ons huis

"Al met al heeft ons gezin toen veel gedaan." Feikje glimt toch een beetje van trots. "Mijn vader haalde bij tijd en wijle toch enige Joden uit de grote steden in Holland om deze ergens op het Friese platteland onder te brengen. Eén van de mooiste momenten was toch dat wij een keer met wel 20 mensen in huis waren, waaronder diverse tijdelijke onderduikers. Er was op zich te weinig eten, want van de gaarkeuken hoefde je als gewoon gezin ook niet te hebben. Mijn moeder stroopte dan alle boerderijen in de omgeving af op zoek naar eten. En iedereen was tevreden." "Van iedereen werden offers gevraagd, maar moeder vond dat het soms te ver ging." "Toch was moeder niet altijd even blij met alle activiteiten van vader", vervolgt Fokke. "De relatie moest het wel eens ontgelden. Van iedereen werden offers gevraagd, maar moeder vond dat het soms te ver ging." Als laatste vroeg ik Feikje en Fokke wat zij het mooiste moment in de oorlog vonden. Het antwoord verraste mij eigenlijk niet. "De bevrijding", spraken zij in koor. Een goede gelegenheid om het interview af te sluiten.