Leo van der Horst, onderduiker bij Hettinga

'Met vier en vijf mei in zicht is het goed om iets te schrijven over een brief die ik onlangs kreeg van een kleinzoon van Leo van der Horst', deze woorden schreef Maurits Hettinga op 12 april 2017. Hieronder volgt de volledige tekst van zijn stuk over de onderduiker Leo van der Horst die een tijdje bij de Hettinga's op de boerderij aan de Zijl verbleef. Over hem is bij Histoarysk Koudum verder niets bekend.

Zijl 22 Koudum

Leo van der Horst moet, zo meldt zijn familie, op het eind van de tweede wereldoorlog, op de vlucht voor de bezetter, een veilig onderkomen hebben gevonden op “De Brêgepleats”, even buiten Koudum, het huidige adres is Zijl 22.

De armoede dreef deze in Leeuwarden geboren Fries al voor de eerste wereldoorlog naar Amsterdam. Daar kreeg hij werk bij de spoorwegen. Door de Russische revolutie in 1917 werd hij geïnspireerd om lid te worden van de Communistische Partij. Daardoor kreeg hij ontslag bij de Nederlandse Spoorwegen. In de tweede oorlog was hij betrokken bij verzetsacties in Amsterdam. Vanwege de vervolging van de Joden door de bezetter, waren het vooral de Communisten die in 1942 de Februaristaking organiseerden. (deze staking wordt nog jaarlijks in februari herdacht). Tengevolge van zijn verzetsacties moest Leo van der Horst in het laatste half jaar van de oorlog plotseling zijn vrouw en zes kinderen in Amsterdam verlaten omdat hij werd gezocht. Hij kwam terecht in Finsterwolde. In de Hongerwinter van 1945 kwam ook Joep Slijter, kleinzoon van Leo, als baby in het Noorden terecht. Joep werd in 1944 geboren, van hem kreeg ik bovengenoemde brief.

Met de bevrijding in zicht heeft Leo van der Horst er ongeveer zes weken overgedaan om terug in Amsterdam te komen. Joep heeft een oud kaartje van zijn opa gevonden. Daarop staat vermeldt: ‘Ik heb een vriendelijk en gastvrij verblijf gehad op een boerderij te Koudum, familie Hettinga’.

Zelf ben ik de zevende, uit in rij van tien, in de zelfde leeftijd als Joep. Ik herinner mij natuurlijk zijn grootvader niet. Ook de oudere kinderen herinneren zich niet de naam van Leo. Maar dat zal er mee te maken hebben dat er in de oorlog nooit namen van onderduikers werden genoemd door mijn ouders. Dat er in de Hongerwinter naast Van der Horst reeds twee tieners uit Heemstede en drie evacués uit Brabant, op de vlucht voor oorlogsgeweld, aanwezig waren weten zij zich wel te herinneren.  Onder hen bevond zich een pastoor. Hij droeg de mis op in de voorkamer. Katholieken die elders in Koudum verbleven werden dan ook verwelkomt.  

Binnenkort gaat Joep een kijkje nemen op de boerderij waar zijn opa verbleef. Dan zullen wij het er zeker over hebben hoe belangrijk het is om de waarden, tijdens en na de oorlog door en voor de samenleving opgebouwd, te blijven behouden.

Maurits Hettinga