Christelijk fanfarekorps 'Looft den Heer' bestond in 1930 40 jaar en dat feit werd groots gevierd, o.a. met een revue op een terrein bij de zuivelfabriek.
Foto uit de Balkster Courant van 1994.
40-JARIG JUBILEUM CHRISTELIJK FANFARECORPS "LOOFT DEN HEER" KOUDUM
In den nazomer 1890 werd deze vereeniging, die Woensdag 23 Juli a.s. op feestelijke wijze haar 40-jarig bestaan hoopt te herdenken, opgericht. Het clubje oprichters was klein, het aantal werkende leden zeer gering. 10 leden voor een geheel muziekcorps is dan ook werkelijk niet veel. Toch werd met moed aangepakt, ofschoon vele moeilijk heden overwonnen moesten worden. Een der groote moeiten was wel het bekomen van muziek. De firma Kessels te Tilburg die de eerste instrumenten had geleverd, had ook gezorgd voor z.g.n. ,,methodes" om de eerste beginselen van de edele ,,blaaskunst" te leeren: voorts zond ze eenige muziek voor vaderlandsche liederen en dat was al.
De eerste directeur, de heer De Haan, was wel leider van het toenmaals bestaande Mannenkoor, maar was daarom nog geen ervaren muziekdirigent. Goede raad was echter duur, gezamenlijk maakte men soms avond aan avond voor elke partij geschreven muziek en het duurde dan ook niet lang of men kon op behoorlijke wijze een aantal Chr. liederen blazen. Ook behoefde men bij het schoolfeest der Chr. school geen gebruik meer te maken van de vreemde ,,blaaspoepen" die men daarvoor steeds liet komen. Reeds in den winter 1890-' 91 werd te Workum een uitvoering gegeven (een corps was daar zeker nog niet of nog niet voldoende getraind). Ook begeleide men reeds in 1891 het jongelingsfeest te Kippenburg en het zendingsfeest te Oranjewoud. Voor het laatste kreeg men f 80,-. Het bestuur huurde een boot, waarop men passagierskaarten beschikbaar stelde en wist aldus de reiskosten boven water te halen. Evenwel die f 80,- werden zuur verdiend. Het comité van dit Zendingsfeest had een lange lijst ingezonden van te spelen liederen en daarvan was . . . . geen muziek. Drie weken lang waren dus bestuur en leden bezig tot laat in den nacht muziek te schrijven en te oefenen. De begeleiding op 't zendingsfeest verliep vlot, ofschoon men . . . . . eenmaal bleef hangen . . . 't Zou ons te ver voeren en te veel plaatsruimte nemen, indien we verdere intieme scènes uit het leven van 't jubileerend fanfarecorps zouden meedeelen. We moeten daarom volstaan met het opsommen van verschillende andere zaken uit de historie van ,,Looft den Heer". Allereerst zij dan vermeld dat de eerste directeur der vereen was de heer A. de Haan, onderwijzer alhier.
De eerste 10 leden waren Theunis L. van der Zee, Anne P. Okkinga, Folkert W. Muizelaar, Sipke P. Bakker, Lammert W. Wouters, Cornelis I. Krol, Gosse A. Visser, Hendrik R. Koornstra, Fekke L. Dokkum en Hendrik P. Bakker, waarvan de meesten reeds zijn overleden. Van dezen vormden de eerste drie het toenmalige bestuur. Toen het corps eenmaal was opgericht, nam ook de belangstelling toe en kreeg men al spoedig een lid die heelemaal te Nijega woonde enzooveel ambitie voor de zaak had, dat hij elke repetitie-avond naar Koudum wandelde en bij slecht weer daar overnachtte; dit was de heer A. M. van der Schuit, laatst wonende te Wijckel. Achtereenvolgens traden op als directeur de heeren A. de Haan, Wyminga, A. H. van Dijk, J. B. Duikstra, G. Draijer, W. Muizelaar, J. Nauta Jzn., W. Koopmans, S. de Boer en thans nog Th. Muizelaar. De heeren A. H. van Dijk en W. Muizelaar hebben zeker wel den langsten tijd de leiding gehad. Onder de leiding van eerstgenoemde werd in 1895 mede de stoot gegeven tot oprichting van den Bond van Chr. Harmonie- en Fanfarecorpsen in Friesland, aan welke oprichting ,,Looft den Heer" en in 't bijzonder de heer Van Dijk een belangrijke rol heeft gespeeld.
In 1896 schafte men een groote trom aan, in 1898 kreeg men met de kroningsfeesten een vaandel; dit laatste doet nog altijd dienst, doch is niet mooi meer, (Indien de feesten financieel goed slagen, zoo vertelde ons de Voorz. bestaat het plan dit eens te vernieuwen; evenwel zullen jubileumbijdragen daarvoor wel welkom zijn.) In 1899 kocht men een 3-tal clarinetten, maar lang heeft het corps niet als harmoniecorps gefungeerd. Toen de tijd der concoursen aankwam is de vereen. dikwijls in 't strijdperk getreden. Met afwisselend geluk mocht men een kleine 20 medailles veroveren, 1 plaquette voor het hoogst aantal punten op een concours en een lauwertak als 3e pr. in de afd. Uitmuntendheid terwijl men in 1924 te Balk in de eerewedstrijd van het aldaar gehouden concours de eerste prijs behaalde. In de mobilisatie, toen meer dan de helft der leden vaderlandsplichten hadden te vervullen, hebben de instrumenten een tijdlang rust gehad en eenige jaren geleden, kortom nadat de heer W. Muizelaar het directeur schap had neergelegd, was de ,,fut" er een beetje uit. Evenwel is het corps weer als een Fenix uit de assche herrezen; een bazaar hielp aan nieuwe nikkelen instrumenten en thans staat het er tamelijk goed voor.
Na in een paar jaar tijds niet op een wedstrijd te zijn verschenen, wil men het in Augustus a.s. te Sloten weer probeeren, waar we bij voorbaat Directeur en leden veel succes wenschen. Nog zij vermeld dat de fam. Muizelaar steeds een werkzaam aandeel in het vereenigingsleven van het corps heeft gehad. Een der eerste oprichter en bestuurslid toch was de heer F. Muizelaar, diens zonen waren steeds lid, terwijl de oudste heer W. Muizelaar jaren lang het corps dirigeerde en thans is het de heer T. Muizelaar die de dirigeerstok hanteert. Op de foto hierboven staat hij achter den nog jeudigen voorzitter, de heer K. J. Hoekstra, aan diens rechterhand zit de secretaris, de heer Fonger S. Smits en aan den linkerhand des voorzitters, de penningmeester de heer S. H. Bakker.
,,Looft den Heer” telt thans 22 leden. Zooals bekend hoopt men het 40-jarig bestaan der vereeninging Woensdag 23 Juli feestelijk te herdenken en zal ook in het op te voeren openluchtspel veel medegedeeld worden uit de levensgeschiedenis van het corps dat behalve de ruim 100 medespelenden, zelve ook een werkzaam aandeel zal hebben in de opvoering daarvan. Eene commissie van plaatsgenooten heeft zich gevormd om het bestuur te helpen om dien dag zoo goed mogelijk te slagen. Een waarborgfonds daarvoor heeft men niet, maar men denkt door lage entrees en een schitterend programma wel zooveel publiek te trekken, dat de te ontvangen entreegelden ruimschoots voldoende zullen zijn om de vele onkosten te dekken. Natuurlijk zal elke bezoeker, die zijn entree geld uit eigener beweging verhoogd, ten bate van ’t corps door besturen en comité niet zuurzoet worden aangekeken.
