De Gaarkeuken, 1944-1945

In de laatste oorlogswinter vestigde men een gaarkeuken in de opslagschuur van gebr. De Jong, bij de Symkewyk, Onderweg 8. Over het eten was men niet bijster enthousiast als de verhalen geloofd mogen worden. Wie heeft een verhaal over de gaarkeuken?

Foto Hendrik S. de Jong.

15 april 2020, Akke de Kroon-Hoekema was vier jaar, maar ze kan zich nog wel zaken herinneren zoals de grote ijzeren pannen waarin het dampende eten klaarstond, de grote sleven waarmee werd opgeschept en het melkemmertje met deksel waarin ze het meenamen, ze schrijft: Hier haalden we een keer in de week of een keer in de 14 dagen eten in een kannetje van mijn pake en beppe Sipke en Griet Hoekema, die woonde er naast. Het was echt niet te eten. Meestal was het aardappelen met witte kool; geen vlees. Wij noemden dat eten 'weake drits'. Maar wij kregen melk van pake Sipke en daar kwam dan vaak een beschuit in met wat kaneel en een klein beetje suiker (alles was op de bon). Mijn ouders hadden het niet ruim maar wij hebben nooit honger gehad. We hadden ook nog evacuees en pake Rinke Hoekema was ook nog bij ons in huis. Dat kon allemaal bij mijn ouders, dat waren nog eens tijden bij nu vergeleken.

17 april 2020, Jappie Hornstra is iets positiever en volgens zijn herinnering werd in de Gaarkeuken zelf niet gekookt, alleen uitgedeeld. Niet vergeten dat ik toen ook nog kind was, maar in mijn herinnering werd het eten in de melkfabriek klaargemaakt in grote kookpotten of zoiets. In het weekend kon je er pap halen, havermout of zoiets, dat was het enige dat lekker was.

25 juny 2020, Jelle de Jong wie sân jier yn de winter 44-45 mar hat lykwols in levendige herinnering oan de Sintrale Keuken, sa't hy dy neamt. Boppedat hat er Harry Bakker oan west want dy hat as jonge holpen yn de keuken. Harry (1927) is in soan fan Hylke Bakker, ferwer oan de ‘Burren del’, no nû 46, neist de Bakkersteeg. Hy is net sa te sprekken oer de boppesteande reaksjes, dat it iten fan de gaarkeuken sa min wie. It wurde op skjinne wize en mei soarch makke, sa liet er witte. In inkele kear wienen de jirpels min, bytsje glêzich, en ja dan foel de stampot wat minder út fansels. Mar bettere sûpenbrij en havermoutenbrij as dy út de gaarkeuken wie der net. Ek Jelle fûn de stampot hearlik, mar dat hie in oare reden. Syn ferhaal is te lêzen fia de keppeling hjirûnder.