Professor Rinse Koopmans

De door Douwe de Hoop geschilderde portretten van Rinse Koopmans en zijn vrouw Janke Cnoop (RKD.nl). Rinse Koopmans, geb. Grouw 6 maart 1770, ovl. Koudum 5 sept. 1826, zoon van Klaas Koopmans en Jikke de Vries, trouwt Amsterdam 1 jan. 1797, Janke Cnoop (1772 - 1823) dochter van Wopke Cnoop en Dieuwke Brouwer.

Rouwadvertentie Rinse Koopmans in de Opregte Haarlemsche Courant van 12 sept. 1929 (gevonden met Delpher.nl).

 

 

 

Het grafschrift op de zerk luidt: 'RINSE KOOPMANS HOOGLEERAAR BIJ DE DOOPSGEZINDEN TE AMSTERDAM GEBOREN TE GROUW 6 MAART 1770 OVERLEDEN OP HET HUIS BOVENBUREN BIJ KOUDUM 5 SEPTEMBER 1826.'

Bij het huis van de postduivenvereniging in Koudum, op de hoek van de Hoofdstraat en de Vermaningsweg, is in 2005 een oude grafsteen te voorschijn gekomen. Het blijkt de grafsteen te zijn van Professor Rinse Klaases Koopmans, theoloog te Amsterdam. Rinse is telg uit het bekende Grouwster doopsgezinde geslacht Koopmans en was een zoon van Klaas Rinses Koopmans, boterkoper en doopsgezinde leraar. Van 1795 tot 1812 was Rinse doopsgezind predikant te Amsterdam. Daarna werd hij hoogleraar aan het Doopgezinde Seminarie, alwaar ook de bekende Joost Hiddes Halbertsma tot zijn leerlingen heeft behoord. Rinse had in Koudum een buitenhuis, aan de Bovenburen, waar hij zomers vaak vertoefde. Hij is in Koudum overleden en daar ook begraven. De steen is gerestaureerd en ingemetseld in de zijgevel van de doopsgezinde kerk (foto gemaakt en ingestuurd door Boukje van der Veen).

Het perceel aan de Bovenburen was afkomstig uit de familie van Rinses vrouw Janke Cnoop. In 1788 was Jankes vader Wopke Cnoop (1740-1801) eigenaar. Het is in 1754 voor 200 gulden verworven door Johannes Teakes Koopmans te Workum. Deze verkocht het in 1778 samen met onder meer twee boerderijen (stemnummers 100 en 107) aan zijn zuster Riemke, moeder van genoemde Wopke en grootmoeder van Janke. Maar in de betreffende akte staat het perceel, dat stemnummer 111 had, niet expliciet genoemd (Tresoar 13-18 nr. 27 / 40). De reden kan zijn dat er toen geen bebouwing was. Het was geen boerderij want het perceel was in 1640 niet groter dan een halve pondemaat, ongeveer 1/6 ha. Johannes Koopmans kocht het van de Mennonite gemeente te Koudum, die het ongeveer een halve eeuw eerder in bezit kreeg. In 1698 staat het perceel op naam van ene Claes Jans en in 1640 op die van Claes Benckes, een oom van de zeeofficier Jacob Benckes. De omschrijving uit 1754 luidt: sekere huijsinge en hieminge staande en gelegen te Ooste van Coudum. De heer P. Binkes ten noordoosten, de koper zelf en 't Vospad [voetpad?] ten zuidoosten en de weg ten noordwesten; vrij van floreen. Aldus gekocht voor 200 gulden van Evert Symens en Tietjen Piers als voogden van de Vermaning (Tresoar 13-18 nr. 26 / 191v).

Na Koopmans dood probeerde Gerbrand Koopmans het Huis Bovenburen te verhuren zoals blijkt uit bovenstaande advertentie, die tevens een mooie beschrijving geeft. Leeuwarder courant, 12 febr. 1828 (gevonden met Delpher.nl).

 

   

Het huis van Koopmans dat de naam Bovenburen droeg, moet gestaan hebben ter hoogte van het huidige pand Bovenburen 4 (Dijkstra). Het staat met nummer 835 ingetekend op de kadasterkaart van 1832. Op het schematische beeld van deze kaart, afkomstig van Hisgis.nl, is duidelijk te zien dat er destijds vanaf het huis een weg richting Koudumer zijl liep, ten noordwesten van het huis. Het voetpad of Vospad ten zuidoosten staat in Hisgis in wit aangegeven. Eigenaar in 1832 was Gerbrand Koopmans (1779-1836), doopsgezinde leraar te Bolsward. Hij was een halfbroer van Rinse en getrouwd met Alida Cnoop, een zuster van Janke. Ook Gerbrand is te Koudum overleden. Volgens de overlijdensakte was hij rustend leraar. Hij bezat meerdere boerderijen in het dorp.

Zie over Koopmans: Samuel Muller en Jeronimo de Vries, Hulde aan Rinse Koopmans (Amsterdam 1827).