De Schapers van Koudum en Gaasterland

De familienaam Schaper is wijdverbreid. In 2007 waren er 693 personen met die naam in Nederland, waarvan 39 in de toenmalige gemeenten Nijefurd en Gaasterlân-Sleat. De Friese familie komt van oorsprong uit de Zuidwesthoek. In het jaar 1811 is de naam Schaper aangenomen in de toenmalige grietenijen Gaasterland en Hemelumer Oldephaert en Noordwolde (HON), waarvan Koudum de hoofdplaats was. Schaper betekent schaapherder en is nog steeds een bekende naam in ons dorp.

In 1811 is in HON vijfmaal de naam Schaper aangenomen: Jantjen Jacobs Schaper, Doede Jacobs Schaper, Sijtze Jacobs Schaper mede voor Jacob Sijtzes Schaper (1806), Wabe Jacobs Schaper, mede voor Jacob Wabes Schaper (1809) en Jantje Wabes Schaper (1811), vier broers en een zuster, allen te Koudum en horend bij de Koudumer tak. En Durk Lykles Schaper te Hemelum, mede voor Martjen Durks Schaper (1808) en Hetske Durks Schaper (1810) Laatsgenoemde hoort bij de Gaasterlandse Schapers.
In Gaasterland lieten twee gezinshoofden deze naam registreren: Aarnt Lyckles Schaper te Oudemirdum, mede voor Antie Aarnts Schaper (1808), Hetske Aarnts Schaper (1809), en Lyckle Aarnts Schaper (1811). En Jan Jans Schaper te Mirns, mede voor Gerrit Jans Schaper (1795) en Marijke Jans Schaper (1797).
In 1811 waren er dus twee takken, die onderling best verwant kunnen zijn. De Gaasterlandse tak is maar klein, heeft zijn oorsprong bij Huiteburen onder Oudemirdum en is grotendeels Rooms-Katholiek. Hieronder vindt u overzichten van beide takken. Die van Koudum heeft via de meisjes sporen nagelaten in andere Koudumer families. Die van Gaasterland is verdeel in drie staken die mogelijk teruggaan op één stamvader.

Koudum, februari 2018,

Sjoerd Huitema

 

Het document opent door te klikken op de koppeling hieronder.