Dokter Jaap Veerman

Dokter Jaap Veerman in Koudum winter 1944-1945

 

In de winter van 1944-1945 heeft dokter Jaap (Jacob) Veerman in Koudum gewoond in het huis van wijkzuster Scheringa. Albertus Visscher, de vader van Koos (Jakoba) Visscher, de vrouw van dokter Veerman, maakte een verslag van wat hij meemaakte in de winter van 1944-1945. Daarin schrijft hij onder andere eind 1944: “de wijkzuster van Koudum, in wier huis Jaap en Koos wonen, ontmoet toen ik op een morgen de vroegmis bezocht in een kapel te Hees bij Nijmegen.”[1]

Jacob Veerman is geboren op ‎12 juni 1908 in Hilversum en hij is overleden ‎op 10 juli 1988 in Apeldoorn‎.[2] Hij trouwde op 17 juni 1943 als 35-jarige arts woonachtig in Holwierde met de negentienjarige Jakoba Visscher die bij haar ouders in Bierum woonde.[3] Holwierde ligt zes kilometer ten noorden van Delfzijl; Bierum ligt vier kilometer ten noorden van Holwierde.  Het paar was verloofd sinds mei 1942. Jakoba (Koos) was geboren in Zijldijk (Loppersum, Groningen) op 21 januari 1924 en overleed op 17 oktober 2017.

Veerman studeerde medicijnen aan de Universiteit van Utrecht. In juni 1930 haalde hij zijn kandidaatsexamen.[4]  Begin januari 1935 vestigde hij zich als arts in Bierum-Holwierde en met ingang van 1 juli 1935 werd dokter Veerman benoemd tot geneesheer belast met de armenpraktijk voor de dorpen Bierum, Holwierde en Krewerd.[5]

In de winter van 1944-1945 woonden dokter Veerman en zijn vrouw enkele maanden in Koudum. Ze woonden in het huis van wijkzuster Scheringa aan de Zwarteweg. Zuster Scheringa was in augustus 1944 bij de razzia in Koudum door de Duitsers opgepakt omdat ze distributiebonnen in haar huis verborgen had gehouden. Ze is na de oorlog weer naar Koudum teruggekeerd. (zie onze pagina Trijntje Scheringa, wijkzuster en verzetsvrouw’)

Het lijkt erop dat dokter Veerman hals over kop Holwierde verlaten heeft en min of meer ondergedoken heeft gezeten in Koudum. Een plotseling nachtelijk vertrek van het gezin Veerman uit Holwierde ging onder het mom van een blindedarmontsteking van mevrouw Veerman. Zij werd liggend in een auto geschoven en met spoed naar een ziekenhuis in Groningen vervoerd. Ze zou door de voordeur het ziekenhuis in gedragen zijn en stiekem door een achterdeur er weer uit om vervolgens door te reizen naar Friesland.[6]

Ondanks het ‘onderduiken’ lijkt Veerman ook als arts in Koudum gewerkt te hebben. Er zijn documenten die dit verhaal ondersteunen. Op het persoonsbewijs van Jacob Veerman staat dat hij per 1 oktober 1944 vanuit Holwierde naar de gemeente Hemelumer Oldephaert geëvacueerd is. In Holwierde waren veel Duitse soldaten gelegerd, in januari 1945 ook in het huis van Veerman.[7] In december 1945 kreeg Jacob Veerman, wonende in Koudum, een bewijs van vrijstelling voor de ‘Arbeitseinsatz für Erdarbeiten’.

In februari 1945 kreeg Veerman van de burgemeester van Hemelumer Oldephaert een ‘Freistellung Fahrradferorderung’. Zijn fiets, een zwarte fiets van het merk Burgers met terugtraprem, mocht niet in beslag genomen worden, omdat hij die nodig had ‘voor de levensbelangrijke verzorging van de Nederlandse bevolking’.[8]

Koudum is op 17 april 1945 bevrijd. Op 30 april 1945 kreeg Jacob Veerman (“Duikadres Koudum B 144”) een ‘Duik-kaart’ van de L.O. (Landelijke Organisatie voor Hulp aan Onderduikers) in Friesland. Met deze kaart kon hij zich na enige dagen weer melden op zijn oude adres in Holwierde.

Op 10 mei 1945 werd Veerman benoemd tot officier van gezondheid bij de Binnenlandse Strijdkrachten. Op 15 maart 1946 werd hij aangesteld als kamparts van het interneringskamp Farmsum in de buurt van Delfzijl.[9] Het kamp werd op 1 december 1946 gesloten, waarna dokter Veerman eerst weer huisarts in Holwierde werd en later districts-schoolarts te Appingedam. In 1952 verhuisde Veerman naar Ermelo waar hij geneesheer werd aan de stichtingen ’s Heerenloo-Lozenoord.[10] In Ermelo werd in 1953 zoon Theodoor Jacob geboren.[11]

 

 

[1] Het is opvallend dat Albertus Visscher eind 1944/begin 1945 de Koudumer wijkverpleegster (‘zuster’) Scheringa in Nijmegen gesproken zou hebben. Bij Histoarysk Koudum is niet meer bekend dan dat zuster Scheringa na haar arrestatie door de Duitsers in augustus 1944 in een concentratiekamp op het Duitse Waddeneiland Borkum vast heeft gezeten (zie https://historisch.koudum.nl/index.php/koudum-in-de-tweede-wereldoorlog/verzetsmensen/trijntje-scheringa-wijkzuster-en-verzetsvrouw). Is het mogelijk dat Visscher zuster Scheringa daar heeft gesproken? Visscher reisde in 1944-1945 veel door Nederland en Duitsland en kwam blijkens zijn verslag onder andere regelmatig op het Duitse Waddeneiland Norderney.

[2] Een aantal van deze gegevens komen van de website https://www.offersweb.nl/index.php?page=family&tree_id=1&id=F1269468726&main_person=I6999 en van de website https://www.vanderboon.org/tng/familygroup.php?familyID=F1711&tree=vanderboontree#cite1.

[3] Groningen, BS Huwelijk Deel: 628, Periode: 1943, Bierum, archief 2109, inventaris­nummer 628, 17 juni 1943, Huwelijksregister 1943, aktenummer 10.

[4] De Nederlander 30-06-1930

[5] Nieuwsblad van het Noorden 11-01-1935; Nieuwe Provinciale Groninger Courant 05-07-1935 + afschrift Akte van Aanstelling in Bierum – kopie in het bezit van Histoarysk Koudum.

[6] Dit verhaal is gereconstrueerd uit een (vrijwel onleesbaar) verslag dat Veerman zelf later maakte en door wat een zoon van Veerman in 2025 aan Histoarysk Koudum vertelde.

[7] Zie ‘De oorlog in Holwierde’ op https://www.nazatendevries.nl/Artikelen%20en%20Colums/WO%20II/Holwierde/De%20oorlog%20bij%20Holwierde.html.

[8] Kopieën van de documenten zijn in het bezit van Histoarysk Koudum.

[9] Aldus blijkt uit diverse documenten waarvan kopieën in het bezit zijn van Histoarysk Koudum.

[10] Nieuwsblad van het Noorden 13-02-1952.

[11] 't Nieuws voor Kampen 25-06-1953.