Alte Tiersma, huisarts in Koudum 1934-1938
Alte Tiersma is geboren op 19 maart 1909 in Munnikeburen (Weststellingwerf).[i] Zijn vader was Waling Tiersma, directeur van de Coöperatieve Zuivelfabriek en zijn moeder was Margje Hofstee. In 1916 woonde het gezin in Uitwellingerga waar vader dan directeur van de plaatselijke zuivelfabriek is.[ii] Op twaalfjarige leeftijd ging Alte naar de HBS in Sneek[iii], dat zo’n vijf kilometer van Uitwellingerga af ligt.
Na de HBS in Sneek ging Alte medicijnen studeren in Groningen, waar hij in januari 1927 naar toe verhuisde.[iv] In januari 1930 werd hij benoemd tot ‘assistent buiten bezwaar ’s lands schatkist’ - voor dit baantje krijgt hij dus geen geld - bij de afdeling anatomie aan de Rijksuniversiteit van Groningen.[v] Als student deed hij in de beginjaren dertig regelmatig mee aan zeilwedstrijden op het Sneekermeer. Hij voer de wedstrijden in een twaalfvoetsjol met de naam Swift.[vi] Daarnaast deed hij in die jaren ook mee met roeiwedstrijden bij roeivereniging Hunze in Groningen. [vii]
Als ‘medisch student’, wonende in Groningen, tekent hij op 22 april 1930 in Sneek bij een kandidaat-notaris in dienst van notaris Reinardus Mulder een ‘verbintenis’. In de akte verklaart Alte Tiersma dat hij “in opleiding is genomen voor de betrekking tot officier van gezondheid bij het leger in Nederlandsch-Indië”. Na aankomst in Nederlandsch-Indië zou hij minstens acht jaar moeten dienen, anders moet hij het geld terugbetalen dat de Nederlandse staat voor zijn medische opleiding betaald heeft. Zijn vader en een veehouder uit Scherpenzeel stellen zich garant en tekenen de akte ook.[viii]
Blijkbaar is het geld voor zijn medische studie toch betaald aan de Nederlandse staat, want na zijn studie medicijnen ging Alte Tiersma niet naar Nederlandsch-Indië, maar naar Koudum. In december 1931 slaagde Alte Tiersma voor het doctoraalexamen geneeskunde aan de Universiteit van Groningen.[ix] In maart 1933 slaagde hij voor het artsexamen 1e gedeelte aan de Rijksuniversiteit van Groningen.[x] In januari 1934 is Alte Tiersma ten slotte aan de Universiteit van Groningen tot arts bevorderd.[xi]
Huisarts in Koudum
Op 9 april 1934 staat er een advertentie in de Leeuwarder Courant: “Vestigt zich te Koudum A. TIERSMA med. drs. arts”. De advertentie in het Nieuwsblad van Friesland (Hepkema’s Courant) van 13 april 1934 is iets specifieker: “16 April vestigt zich in Koudum A. TIERSMA, Med. Drs. Arts, spreekuur ’s morgens 8-9, ’s avonds 6-7.“

Een half jaar na zijn vestiging in Koudum wordt dokter Tiersma geconfronteerd met een dodelijk ongeluk, zo staat al boven het artikeltje in de Leeuwarder Courant van 5 november 1934: DOODELIJK AUTO-ONGEVAL TE KOUDUM, met als subkop: ‘Een achtjarig meisje aangereden en overleden’ De tekst van het bericht luidt verder: “Toen de chauffeur D. Visser met een auto, waarmede de dienst Koudum - station v.v. wordt onderhouden tegen 11 uur hedenochtend, tijdens het speelkwartier de openbare lagere school te Koudum passeerde, kwamen al spelende plotseling eenige meisjes van het schoolplein achter den schoolmuur te voorschijn. De 8-jarige Hennie Bandstra werd door een der voorwielen van de auto overreden. Hevig bloedend en bewusteloos werd het meisje opgenomen. Dr. Tiersma en zuster Scheringa waren spoedig ter plaatse. Het meisje is echter na korten tijd overleden. Den chauffeur, die als een zeer kalm rijder bekend staat, treft vermoedelijk geen schuld.”
Geneeskundige armenpraktijk
Tot en met de 19e eeuw werd de armenzorg, en daarmee ook de geneeskundige armenzorg, overgelaten aan particulieren en vooral aan kerkelijke instanties. In het begin van de 20e eeuw kwam er wetgeving waardoor de overheid geld beschikbaar stelde voor armenzorg. Dat gebeurde ook op gemeentelijk niveau, ook in Koudum.
In het Friesch Dagblad van 10 december 1934 staat een verslag (‘Raadsnotities’) van een raadsvergadering van de gemeente Hemelumer Oldpehaert en Noordwolde. Een gedeelte van het verslag is gewijd aan een verzoek van dokter Tiersma om een deel van de armenzorg te mogen doen:
“Van den heer A. Tiersma, arts te Koudum, is een verzoek ontvangen om met een deel van de armenpraktijk te mogen worden belast. Naar aanleiding hiervan stellen B. en W. voor met ingang van 1 Jan. a.s. de vrije artsenkeuze voor de geneeskundige armenverzorging in te voeren. Hetgeen thans hiervoor wordt betaald zal dan in hoofdzaak onder de doktoren worden verdeeld naar gelang van het aantal op hun naam afgegeven Machtigingen. Deze machtigingen worden per patiënt telkens voor hoogstens een kalendermaand afgegeven, terwijl men binnen een kalenderhalfjaar niet van geneeskundige mag veranderen.
Voor de patiënten in het Tehuis voor ouden van dagen te Koudum komen alleen de te Koudum woonachtige geneeskundigen, naar beurtorden, elk gedurende een kalenderhalfjaar, in aanmerking. In bijzondere gevallen kan hierop een uitzondering worden toegestaan. Van de Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der geneeskunst is een schrijven ontvangen, dat zij binnen den vastgestelden termijn niet van advies kan dienen, waarom op voorstel van B. en W. wordt besloten deze zaak tot een volgende vergadering te verdagen.
Twee weken later meldt het Friesch Dagblad (24-12-1934) het besluit van de gemeenteraad:
“Van den heer A. Tiersma, arts te Koudum, is een verzoek ontvangen om met een deel van de armenpraktijk te mogen worden belast. In het kort samengevat luidt het advies van B. en W. aldus: met Ingang van 1 Jan. a.s. de vrije artsenkeuze voor de geneeskundige armenverzorging in te voeren. Met alg. st. besloten. Eveneens werd met 6 tegen 5 stemmen aangenomen een voorstel Sijtsma om de vrije artsenkeuze ook voor het Tehuis voor ouden van dagen te Koudum door te voeren. Bij de behandeling van artikel twee der Instructie stelden de heeren Boersma en de Vries voor, dat om tot geneeskundige, belast met de armenpraktijk te kunnen worden benoemd, deze geneeskundige minstens een geheel kalenderjaar als zoodanig woonplaats in de gemeente moeten hebben gehad. Het voorstel werd met 5 tegen 6 st. verworpen. De instructie werd conform het voorstel van B. en W. vastgesteld. De Voorz. bracht daarna in stemming het reeds in de vorige vergadering ingediende voorstel van B. en W. om den heer A. Tiersma, arts te Koudum, met ingang van 1 Januari 1935 te benoemen tot geneeskundige belast met de armenpraktijk, waartoe nu zonder verdere discussie met algemeene stemmen wordt besloten.[xii]
In 1934 is Tiersma ook benoemd tot adviserend bestuurslid van de afdeling Koudum van het Groene Kruis, een vereniging voor wijkverpleging en thuiszorg.[xiii]
Ook in Koudum waar hij nu arts is, blijft Tiersma zeilen. Althans, bij zeilwedstrijden op de Morra, georganiseerd door caféhouder-brugwachter R. Hoekstra ter gelegenheid van diens afscheid bij Galamadammen, wint ‘dr. A. Tiersma te Koudum’ op zaterdag 4 mei 1935 de eerste prijs in de invitatieklasse.[xiv]
Toch bleef Tiersma ook in Uitwellingerga komen. Bij zijn ouders waarschijnlijk, mogelijk in de weekenden? In ieder geval is hij op vrijdagmiddag 13 mei 1935 in Uitwellingerga. Toen gebeurde er een ernstig ongeluk in de zuivelfabriek waar zijn vader directeur was. Een krant schrijft daarover: “De zuivelarbeider E. Meijer kwam van de trap op den zolder te vallen. Zwaar gewond en bewusteloos werd hij opgenomen en naar huis gebracht. Dr. Übbens en dr. A. Tiersma verleenden hulp. Zij constateerden, dat Meijer een schedelbreuk en een gebroken sleutelbeen had bekomen. Zijn toestand is ernstig.”[xv] Dokter Tiersma zal vast al in Uitwellingerga zijn geweest toen het ongeluk plaats vond, en niet na het ongeluk vanuit Koudum opgeroepen zijn om naar Uitwellingerga te komen.
Uit (toevallige) krantenberichten weten we dat Tiersma ook in Koudum bij ongelukken te hulp moest komen. In juni 1936 berichtte de Leeuwarder Courant dat “de arbeider A. van der V.” onder een hooiwagen terecht was gekomen: ”Dr. Tiersma constateerde een paar gebroken ribben en vervoerde v.d. V. naar diens woning. Zijn toestand is bedenkelijk.[xvi] In januari 1937 meldde het Friesch Dagblad: “Vrijdagmiddag had Mej. A. de Vries, huishoudster van de heer Sj. Huitema [in It Heidenskip] het ongeluk zoodanig te vallen, dat Dr. Tiersma van Koudum werd ontboden die constateerde dat haar been op twee plaatsen was gebroken. Op doktersadvies werd zij onmiddellijk overgebracht naar het ziekenhuis in Sneek.”[xvii]
Grovestins
Alte Tiersma was 25 jaar oud toen hij zich in april 1934 in Koudum als huisarts vestigde. Waar hij aanvankelijk ging wonen en zijn praktijk had, is niet bekend. Maar op 30 november 1935 kocht hij ‘Huize Grovestins’ van burgemeester Jan Krol Janszoon.[xviii] ‘Grovestins’ aan de Bovenweg in Koudum is gebouwd omstreeks 1675 en was lange tijd de woning van de grietmannen en burgemeesters van Hemelumer Oldephaert en Noordwolde. Het woonhuis is eind negentiende eeuw verbouwd en verkleind, toen Michiel Tromp burgemeester werd. Vanaf 1935 was Grovestins een ‘doktershuis’, totdat dokter Johannes van den Broek in 1978 stopte met de praktijk.[xix]
Een half jaar nadat hij Grovestins gekocht had, ging Alte Tiersma in ondertrouw met Durkje Baarda, dochter van graanhandelaar Bouwe Baarda uit Sneek. Durkje is geboren op 28 december 1911 in Wolsum. Op 20 mei 1936 vond in Sneek het huwelijk plaats tussen de Koudumer arts Alte Tiersma en Durkje Baarda van Sneek. Als getuigen waren aanwezig Klaas Tiersma, een broer van Alte en net als vader directeur van een zuivelfabriek, en Jorrit van der Meer, een 27-jarige apotheker uit Groningen.[xx]

Op 21 mei 1937 werd in Koudum zoon Waling geboren. De ouders, de heer en mevrouw Tiersma-Baarda, meldden dat heuglijke feit ‘in dankbaarheid’ in een advertentie in de Leeuwarder Courant.[xxi]

Net als dokter Wiersema deed ook dokter Tiersma mee aan dorpsactiviteiten. Althans, hij blijkt meegedaan te hebben aan de Floralia ter gelegenheid van Koninginnedag (koningin Wilhelmina, 31 augustus) 1936 in Koudum. Het was een bloemenshow waar kinderen hun zelfgekweekte planten konden showen. Er waren voor diverse plantensoorten (begonia, fuchsia, vlijtige lies) prijzen te behalen. Zowel de kinderen van de bijzondere (christelijke) als de openbare lager school deden daaraan mee. Er was ook een categorie ‘vrije inzending’, waar blijkbaar volwassenen aan meededen. Dokter A. Tiersma haalde daarbij een 1e prijs voor zijn palm. Dokter P. Wiersema kwam niet verder dan een eervolle vermelding voor een vetplant.[xxii]
In juli 1938 werd dokter Tiersma benoemd tot geneesheer aan de Nederlands Hervormde Stichtingen voor Zenuw- en Geesteszieken.[xxiii] In een verslag van de raadsvergadering van 27 augustus 1938 van de gemeente Hemelumer Oldephart en Noordwolde staat dan ook: “Aan den heer A. Tiersma te Koudum is wegens vertrek eervol ontslag verleend als gemeente-geneeskundige, belast met de geneeskundige armenverzorging, terwijl met algemeene stemmen tot diens opvolger is benoemd de heer H. W. Frowein, arts te Koudum.”[xxiv]
Tiersma is slechts vier jaar huisarts in Koudum geweest. Het zal niet de bedoeling geweest zijn dat het maar zo kort geweest is. De koop van Grovestins wijst er toch wel op dat het plan was dat Alte Tiersma met zijn gezin daar langere tijd zou verblijven. Maar in 1938 verliet het jonge gezin Koudum en verhuisde naar Oegstgeest.
Een van de redenen voor het vertrek uit Koudum zou geweest zijn dat Tiersma er moeite mee had om geld voor behandelingen te vragen aan Koudumers die de dokter eigenlijk niet konden betalen. Zo nam hij bijvoorbeeld ook wel genoegen met betaling in de vorm van ganzeneieren.[xxv] Een andere reden voor het vertrek was dat Tiersma zich wilde specialiseren. Mogelijk deed hij na zijn vertrek uit Koudum een opleiding in de psychiatrie in Leiden.
Het Leidsch Dagblad van 13 oktober 1938 meldt dat A. Tiersma, arts, met zijn gezin op Emmalaan 40 in Oegstgeest is komen wonen. Daar werd dochter Lies geboren.[xxvi] Ook in Oegstgeest blijft hij niet lang, want het gezin verhuist in 1940 naar Amersfoort. Daar is Tiersma eind 1940 gaan werken als geneesheer bij Zon & Schild, een van de psychiatrische inrichtingen van de Nederlands Hervormde stichtingen voor zenuw- en geesteszieken. Op 8 mei 1944 wordt hij benoemd als geneesheer-directeur van de Nederlands Hervormde stichtingen voor zenuw- en geesteszieken Licht en Kracht en Port Natal in Assen.[xxvii]
In oktober 1945 trad Tiersma toe tot het bestuur van de Nederlandsche Volksbeweging (NVB).[xxviii] De Nederlandse Volksbeweging (NVB) was een politieke vernieuwingsbeweging die, na een eerste aanzet tijdens de Bezetting, in mei 1945 werd opgericht. De beweging streefde naar de vorming van een progressieve partij en naar doorbreking van de vooroorlogse scheidslijn tussen confessionele en niet-confessionele partijen. De NVB wilde zelf geen politieke partij worden, maar alleen een voortrekkersrol vervullen. Blijkbaar daarom stelde Tiersma zich in 1946 voor de Christelijk Historische Unie (CHU) beschikbaar voor de gemeenteraad. In 1946 stond hij voor de CHU op een 7e plaats, in 1949 op een 5e plaats.
In juli 1958 schreven diverse kranten over een auto-ongeluk van Nederlandse vakantiegangers in Italië. Twee Nederlandse echtparen uit Assen waren daarbij betrokken. Dominee Sanders raakte daarbij in het ziekenhuis. Hij bleef met zijn vrouw langer in Italië. Dokter Tiersma bestuurde de auto die waarschijnlijk verongelukte toen deze bij een inhaalmanoeuvre een klapband kreeg. Tiersma leek er goed vanaf te komen en keerde met zijn vrouw terug naar Assen.
Op 29 augustus 1958 overleed Alte Tiersma plotseling in het academisch ziekenhuis in Groningen, waarschijnlijk toch ten gevolge van het auto-ongeluk ruim een maand eerder. De kranten hebben tegenstrijdige berichten over het overlijden van de 49-jarige geneesheer-directeur van de Nederlands Hervormde Stichtingen voor zenuw- en geesteszieken ‘Port Natal’ en ‘Licht en Kracht’ te Assen. Sommige kranten schrijven dat hij in Assen is overleden nadat hij onwel geworden is. Er zijn ook berichten die melden dat hij vanuit Italië overgebracht is naar het ziekenhuis in Groningen waar hij later overleden is. Dat lijkt niet te kloppen.

De Friese Koerier van 30 augustus 1958 lijkt het meest betrouwbaar over zijn overlijden (zie hierboven).[xxix] Deze krant meldde: “Een paar maanden geleden had dr. Tiersma een auto-ongeval in Noord-Italië, waarvan hij pas geheel was hersteld. Dinsdag [26 augustus] heeft hij de gehele dag nog zijn werkzaamheden verricht. Woensdagmorgen werd hij door een ernstige beroerte getroffen, twee dagen later stierf hij. In verband met dit sterfgeval is het voorgenomen tuinfeest voor de patiënten op woensdag 3 september afgelast.
Alte Tiersma is begraven op 2 september 1958 op de begraafplaats Boskamp in Assen.[xxx]

© juli 2025 Histoarysk Koudum/Jelle van der Meulen
[i] Geboorteregister 1909, archiefnummer 30-41, Burgerlijke Stand Weststellingwerf - Tresoar, inventarisnummer 1069, aktenummer 0121.
[ii] Akten betreffende coöperatieve vereenigingen, 21-09-1916 in het Bijvoegsel tot de Nederlandsche Staatscourant, 21-09-1916, no 222.
[iii] In het Nieuwsblad van Friesland (Hepkema’s Courant) van 10 juni 1921 staat ‘Alte Tiersma, Uitwellingerga’ in de ‘lijst van toegelatenen’ tot de HBS in Sneek.
[iv] Bevolkingsregister Wijmbritseradeel_500_1900.
[v] Nieuwsblad van het Noorden 11-01-1930.
[vi] Bij zeilwedstrijden in Sneek werd Alte Tiersma van Uitwellingerga in augustus 1930 3e in de klasse twaalfvoetsjollen met zijn scheepje Swift. (Leeuwarder Nieuwsblad: goedkoop advertentieblad 21-08-1930. De uitslagen van deze ‘Hardzeildag’ in Sneek haalden ook de Leeuwarder Courant, de ‘Hepkema’ het Algemeen Handelsblad en De Maasbode.) Bij het ‘Hursilen to Toppenhuzen-Twellegea’ (Sneekermeer) op 15 juni 1931 won Alte de eerste prijs. Doordat de zuidenwind steeds harder ging waaien, liepen de beide andere twaalfvoetsjollen die aan de start verschenen in respectievelijk het eerste en tweede rondje vol water. (Leeuwarder Nieuwsblad: goedkoop advertentieblad, 16-07-1931) Ook op woensdag 19 augustus is Alte Tiersma van de partij op het Sneekermeer; hij wordt dan 3e met Swift. (Leeuwarder courant, 20-08-1931.) In een overzichtsartikel in november met een terugblik op het zeiljaar 1931 meldt de schrijver dat er tegenwoordig nog nauwelijks twaalfvoetsjollen aan wedstrijden meedoen. Slechts twee zeilverenigingen hebben in deze klasse wedstrijden gezeild. Van de drie genoemde scheepjes eindigde de Swift van Alte Tiersma op de tweede plaats. (Leeuwarder Nieuwsblad: goedkoop advertentieblad, 19-11-1931) Bij zeilwedstrijden in Oppenhuizen in juli 1933 haalde hij met zijn twaalfvoetsjol Swift weer een tweede plaats. (Leeuwarder Courant, 27-07-1933).
[vii] Bij roeiwedstrijden van de Amsterdamse roeivereniging Willem III in juni 1932 zit Alte Tiersma in het winnende team van de ‘jonge vier A’ van de Groninger roeivereniging Hunze. (Nieuwsblad van het Noorden, 20-06-1932). Bij de jaarlijkse roeiwedstrijden tussen de Groningese verenigingen Hunze en Aegir op het Eemskanaal wint Tiersma zowel in de dubbel-twee met stuurman als in de vier-zonder-stuurman in juni 1933 voor zijn club Hunze. (Nieuwsblad van het Noorden, 26-06-1933) In september 1933 mist roeivereniging Hunze de wisselbeker doordat het team van Tiersma het hoofdnummer, de ‘overnaadsche vierriems gieken’, verliest van roeivereniging Zwolle. (Nieuwsblad van het Noorden, 11-09-1933)
[viii] Minuut-akten 1930, aktes 1652-1843, archiefnummer 26, Notarieel archief - Tresoar, inventarisnummer 121077, aktenummer 01762. Gemeente: Sneek. 22-04-1930 Soort akte: verbintenis [p. 329]
[ix] Aldus een tiental kranten, waaronder de Haagsche Courant, 15-12-1931.
[x] O.a. Haagsche Courant, 17-03-1933.
[xi] O.a. Leeuwarder Courant, 26-01-1934.
[xii] De Leeuwarder Courant van 24-12-1934 is nog iets uitgebreider in zijn verslag van de raadsvergadering, bijvoorbeeld over de stemming.
[xiii] Leeuwarder Courant, 27-03-1935.
[xiv] Leeuwarder Courant, 06-05-1935.
[xv] Nieuwsblad van Friesland (Hepkema’s Courant), 15-05-1935.
[xvi] Leeuwarder Courant, 24-06-1936.
[xvii] Friesch Dagblad, 18-01-1937.
[xviii] Akte bij notaris Tebbe Sluis 30-11-1935 (Minuut-akten 1935, archiefnummer 26, Notarieel archief - Tresoar, inventarisnummer 072132, aktenummer 03405.
[xix] Anno 2025 woont Jaap van den Broek, zoon van dokter Johannes van den Broek, op Grovestins.
[xx] Huwelijksregister 1936, archiefnummer 30-34, Burgerlijke Stand Sneek - Tresoar, inventarisnummer 2075, aktenummer 0040.
[xxi] Leeuwarder Courant 22-05-1937.
[xxii] Leeuwarder Courant 03-09-1936.
[xxiii] Leeuwarder Courant 18-07-1938.
[xxiv] Leeuwarder Courant 29-08-1938.
[xxv] Mondelinge mededeling op 28-06-2025 van mevrouw Lies Wester-Tiersma uit Nijverdal, de dochter van Alte Tiersma die na de verhuizing in Oegstgeest geboren is. In het bezit van mevrouw Wester is ook een schilderij van Grovestins dat in de familie Tiersma bewaard is gebleven. Het schilderij heeft tot aan diens overlijden gehangen in het huis van haar broer Waling Tiersma, de op Grovestins in Koudum geboren zoon van dokter Alte Tiersma. Het schilderij lijkt heel veel op het schilderij van Grovestins dat (in 2025) nog steeds in huize Grovestins hangt bij Jaap van den Broek, de zoon van dokter Van den Broek die van 1946 tot 1976 huisarts in Koudum was en woonde op Grovestins.
De vrouw van de overleden Waling Tiersma die op Grovestins geboren is, vertelde in 2025 dat het schilderij in het bezit van de familie Tiersma het originele schilderij zou zijn. Ze wist ook te vertellen dat het geschilderd zou zijn door een leraar uit Koudum of daar in de buurt. Deze leraar was een vriend van dokter Tiersma.
Dat verhaal zou goed kunnen kloppen. Dokter Van den Broek heeft het schilderij dat anno 2025 nog in Grovestins hangt bij zijn 25-jarig jubileum gekregen van dokter Meijer die het al eerder had laten maken.
De foto's van dokter Tiersma op Grovestins en in zijn auto zijn in augustus 2025 gekregen via mevrouw Lies Wester-Tiersma.
[xxvi] Advertentie in de Leidsche Courant, 20-01-1939.
[xxvii] Aldus het overlijdensbericht in de Friese Koerier 30-08-1958.
[xxviii] Provinciale Drentsche en Asser Courant 11-10-1945.
[xxix] Friese Koerier, 30-08-1958.
[xxx] Overlijdensregister 1958, archiefnummer 2110, inventarisnummer 1458, 1459, aktenummer 1270, Gemeente: Groningen. Plus: Nieuwsbericht over de begrafenis in het Nieuwsblad van het Noorden 3-9-1958.