Murk Lelsz (1749-1843)

Murk Lelsz Hof(f)man, schipper en zeekapitein te Koudum, ged. Koudum 28 dec. 1749, aldaar ovl. 14 jan. 1843, tweede zoon van Lel Gerrits, zeevarende en Grietje Uylkes, trouwt Koudum19 april 1778, Barber Baukes, ged. Koudum 26 okt. 1755, dochter van Bauke Sipkes, scheepstimmerman en Jel Rienks.

Lel of Leel Gerrits, Murks vader, was een eenvoudige zeevarende. Murks schoonmoeder Jel Rienks was via haar moeder Tjertke Folkerts een telg uit het Koudumer laag van grootschippers dat in de 17de eeuw terug gaat op de familie Benckes. Murk had een oudere broer Gerrit. Deze trouwde Aalk Ydes, een nazaat uit hetzelfde Koudumer 'skipperslaach'. Aalk en Jel zijn achternichten. Gerrit en Murk schopten het beiden tot koopvaardijschippers. Zij zijn de voorvaderen van de families  Lelsz resp. Lels. 

Gerrit nam in 1811 de achternaam Lelsz aan. Murk noemde zich toen Hofman. Later ondertekende hij zijn brieven weer zonder achternaam met allen Murk Lelsz. Zijn zoon Hessel maakte gebruik van de bekendheid van zijn vaders naam. Hij noemde zich Hessel Murk Lels. Niet Lelsz, want hij was immers niet de zoon van Lel. De andere kinderen van Murk hielden de achternaam Hofman. Mogelijk houdt deze naam verband met het feit dat Murk in 1811, noodgedwongen door oorlogen, al jaren aan de wal was. En gedoemd was om in zijn hof te werken in plaats van te varen, zoals hij in een van zijn brieven schreef. Maar de naam Hoffman kan ook gekozen zijn omdat deze voorkomt in de familie van Murks vrouw Berber. Haar grootmoeder Frisk Jeltesdr Hoffman, is een achterkleindochter van de zeventiende-eeuwse Koudumer schoolmeester Balthasar Laurens Hoffman (ovl. 1666), wiens naam voorkomt op het gedenkbord 1586 in de Martinikerk.

Murk Lelsz werd 94 jaar oud. Hij voerde jarenlang processen over schade die hij had ondervonden door het kapen door de Engelsen- zijn gevangenneming en het aan de ketting leggen in Kaap de Goede Hoop van zijn van zijn schip 'De Snelle Lastdrager'. Dorine Verheyden-Lels en Tineke de Bruyn-Lelsz, Des Hemels Zegen, Scheepsbrieven van Murk Lelsz, 1803-1819 (Breda 2004).

Murk Lelsz is in Koudum vereerd met een straatnaam, het Murk Lelszpad. Aan dit pad staat op nr. 2 een replica van de 17de eeuwse commandeurswoning op deze foto, die op dezelfde plek stond. De bouw is mede mogelijk gemaakt door de families Lels en lelsz, maar het is een misverstand dat Murk Lelsz in dit huis is geboren of gewoond zou hebben.

Litj Weste, oftewel Klein Weste aan de Molenbuurt, het huis waar Murk Lelsz woonde met zijn gezin. Hij erfde het van zijn schoonvader Bauke Sipkes. Het is niet bekend waar het origineel van deze prent wordt bewaard.

Deze afbeelding is overgenomen uit G. Koopmans, Koudum fan doe en no, p. 21. Het onderschrift is van Koopmans. Het is niet bekend waar deze prent wordt bewaard.

Hessel Murk Lels (1793-1841), gezagvoerder ter koopvaardij. Afbeelding overgenomen uit Des Hemels zegen, p. 75. Het is niet bekend waar dit portret wordt bewaard. Hessel Murk Lels was de eerste van de familie die naar het westen trok. Hij vestigde zich in Amsterdam, terwijl zijn zoon Murk 'Het Huis te Kinderdijk' in Alblasserdam ging bewonen. Deze Murk Lels was een invloedrijk en vermogend man, één van de oprichters van de machinefabriek Diepeveen, Lels en Smit te Kinderdijk. Hij had in 1869 negen grote zeilschepen varen en bezat met anderen een handelsmaatschappij te Kanagawa en een koffieplantage in Bendo. Bovendien was hij door zijn huwelijk met Ottolina Smit mede-eigenaar van L. Smit & Co's Sleepdienst (M. de Rooij, Murk Lels 1894-1982).