Familie Jan en Jantje Klein

Het echtpaar Jan Jannes Klein (1906-1951) en Jantje Seubring (1907-1967).  Jan Klein was rietvlechter van beroep. Hij kwam oorspronkelijk uit Noordwolde, het alom bekende centrum van het vlechtambacht. Hij zal daar zeker de toenmalige Rijksrietvlechtschool hebben doorlopen.

Voordat het echtpaar Klein in Koudum neersteek woonden ze in deze woonwagen en trokken van plaats tot plaats om op die manier hun handel aan de man te brengen. Op de foto Jan J. Klein met zijn dochter Annie.

In 1942 werd het pand Hoofdstraat 24 betrokken. Vanaf die tijd had Jan Klein voldoende ruimte om zijn producten te maken en in de winkel te laten zien. Toen was Koudum de thuisbasis om van daaruit de rieten stoelen, mandjes, poppenwagens en tassen en bezems in de wijde omgeving te verkopen. Foto van de winkel, collectie Histoarysk Koudum. In 1950 werd zelfs een tweede winkelpand geopend, tegenover het andere, op nr. 25.

De foto van het assortiment rieten tassen en manden, en de beide advertenties zijn aangeleverd door Hennie van Dijk - Klein, dochter van Roelie.

Omstreeks 1950, vanuit Koudum ging men met deze T-ford in de wijde omtrek de boer op om de handel te verkopen. Op de foto links staat Appie Klein en op de foto rechts staat hij samen moet zijn broer Roelie (foto's ingestuurd door Ineke Klein uit Sneek, dochter van Aneginus "Broertje" Klein).

Maar toen trof de familie Klein een grote ramp. In augustus 1951 gingen vader Jan Klein en Nammen Roosjen vissen op het IJsselmeer bij Staveren. Het waaide hard, daarom zou een motorschip de mannen met hun roeiboot terugslepen naar de haven. Hierbij is iets erg mis gegaan. Beide mannen zijn verdronken. Jan Klein werd in de kracht van zijn leven uit zijn gezin gerukt. Er ging een schok door Koudum. Het gezin miste ineens een man en vader, maar ook de drijvende kracht achter het bedrijf en de handel. De motor was uit het grote gezin met nog jonge kinderen. Uiteindelijk is de weduwe Klein-Seubring met haar gezin naar de overkant van de Hoofstraat verhuist. In het pand waar later de Tarantella is gekomen. Deze artikelen stonden op 31 aug 1951 in de Heerenveense Koerier (L) en de Telegraaf.

links: Jantje Klein-Seubring en rechts de achterkant van het pand Hoofdstraat nr. 29, waar de wed. Klein met haar kinderen ging wonen, dus de achterkant van wat nu de Tarantella is.

 

 

Op de foto de ouders van Jan Klein: Albert Klein en Meintje Hoekstra. Ze trouwden in 1905 in de gemeente Weststellingwerf. Opoe Meintje heeft tot haar 80ste een rietwinkeltje gerund in de Nauwe Noorderhorne te Sneek.
10 april 2012, informatie ontvangen van Lourens Looijenga, zoon van Klaasje Klein, wiens opa Lodewijk Klein was. Vele leden van de familie Klein verdienden de kost met vlechtwerk. Jan Jannes was een zoon van Albert Klein en Meintje Hoekstra uit Noordwolde. En die Albert was weer een zoon van Jan Klein en Jacobje Lourens Landkroon. Jan Klein op zijn beurt maakte deel uit van een gezin van negen kinderen van kolonistenzoon Johannes Godfried Klein en Jantje Jans Schaap. (Een broer van Jan was ondere andere Lodewijk, die zich met enkele anderen voor het eerst officieel vlechter van beroep noemde.) Johannes Godfried (geboren in 1812) was als kind in 1821 met zijn ouders als kolonist van de Maatschappij van Weldadigheid door de gemeente Den Haag geplaatst in de kolonie Wilhelminaoord, maar dan wel in een huisje aan de Friese Oostvierdeparten. Zijn vader overleed daar al in het jaar van aankomst. Johan vestigde zich later onder Noordwolde in een plaggenhut. En vanuit die hut leidt dus een spoor ook naar Koudum.